Propagatienieuws – week 32, 2022

PropagatienieuwsDeze week in Propagatienieuws:

Propagatienieuws wordt samengesteld door Tom Koeken (PC5D).

HF

Afgelopen maandag liep de Kp-index zoals verwacht op en bereikte tijdelijk een waarde van 6 en leidde tot zichtbare aurora in het Verenigd Koninkrijk. De geomagnetische storm zorgde ervoor dat de MUF over een afstand van 3000 km nauwelijks boven de 18 MHz uitkwam. Hoewel de Kp-index zich in de loop van de week herstelde, duwde de snelle zonnewind de MUF steeds weer naar beneden, zodat de 20m-band voor radioamateurs ’s nachts tijdelijk dicht ging, en ook de 30m-band werd van tijd tot tijd beïnvloed.

Aan de andere kant zit de zonnefluxindex (SFI) in de lift – de gemiddelde dagelijkse zonneflux steeg van 95,7 naar circa 120 op zaterdag. Als gevolg van seizoensfactoren wordt momenteel echter niet verwacht dat de banden boven 21 MHz op betrouwbare wijze open zullen gaan. De luidste DX-signalen zijn daarom te vinden op de 17m-band.

Intermezzo – Mögel-Dellinger-effect?

In deze fase van de zonnecyclus zijn ook midden in de nacht de 30- en 20m-band nog open.

Wie vorige week vrijdag vroeg opstond en rond 03:00 UTC luisterde, werd echter teleurgesteld. De 20- en 40-meterband waren dood, evenals de omroepbanden op 41 meter en hoger. Ook was het ongewoon stil op de 80-meterband. Sommigen vermoedden een Mögel-Dellinger-effect. Maar de oorzaak lag elders.

De ionogrammen van de ionosondes van Juliusruh en Dourbes laten duidelijk zien dat de kritische frequentie van de F2-laag sterk was afgenomen, tot soms slechts 2,7 MHz. Dan ontstaat zelfs op 80 meter een dode zone van ongeveer 500 km. De MUF voor afstanden van 3000 km was gedaald tot 7,5 MHz. Om 05:15 UTC was de foF2 (kritische frequentie F2-laag) in Dourbes slechts 3,1 MHz, de MUF3000 was 7,06 MHz.

De oorzaken

Twee omstandigheden konden als de oorzaak worden aangewezen. De snelheid van de zonnewind was de laatste dagen met 500-580 km/s duidelijk hoger dan normaal, wat te wijten was aan de gecombineerde hogesnelheidsstroming van de coronale gaten CH10 en CH12. Hierdoor kwam er veel druk op de ionosfeer. Bovendien zijn de MUF-waarden in de zomermaanden altijd lager dan in de wintermaanden. Het was dus uiteindelijk het gebrek aan ionisatie in het E- of F-gebied dat ervoor zorgde dat de banden dood leken in de vroege ochtenduren voor zonsopgang op vrijdag.

Het Mögel-Dellinger-effect

Het zogenaamde Mögel-Dellinger-effect treedt daarentegen altijd op aan de dagzijde van de aarde, na zeer sterke zonne-uitbarstingen, de zogenaamde flares of zonnevlammen. Dit kan leiden tot een totaal verlies van alle kortegolf-DX-verbindingen gedurende een periode van enkele minuten tot enkele uren. De lagere banden worden meer beïnvloed dan de hogere banden. De oorzaak is de intense röntgenstraling die gepaard gaat met een zonnevlam, die leidt tot verhoogde ionisatie in het D-gebied, d.w.z. de onderste laag van de ionosfeer. Het D-gebied dempt vervolgens de radiogolven op hun weg naar de hogere E- en F-gebieden. Aangezien de röntgenstraling snel optreedt, is het Mögel-Dellinger effect, ook wel het “dode kwartier” genoemd, onvoorspelbaar. Dit verschijnsel doet zich vooral voor in jaren met sterke zonneactiviteit. Met andere woorden, vaker in de toekomst.

HF-vooruitzichten

Voor de komende week voorspelt NOAA vergelijkbare condities met een zonneflux die mogelijk iets kan afnemen. De aardmagnetische condities zijn de komende dagen nog rustig maar op 17, 18 en 19 augustus kan de Kp-index weer stijgen tot 5.

De MUF van de F2-laag voor een afstand van 3000 km varieert tussen 10 MHz aan het eind van de nacht tot 20 MHz overdag. Sporadische-E neemt verder af en zal zich meer beperken tot short skip-verbindingen tot 20 m.

VHF en hoger

Op de weerkaarten zien we sinds lange tijd weer eens lagedrukgebieden in onze regio. De windrichting gaat daardoor wat draaien en hopelijk wordt de lucht dan ook wat vochtiger. De kaarten op DX Info Centre tonen ook een aantal instabiele gebieden, minder eenduidig, en dat maakt de tropo-verwachting wat lastig.

Indien regen zich doorzet tot onweersbuien, dan biedt dit kansen voor regenscatter op de GHz-banden. In de 2e helft van de week is een hogere Kp-index te verwachten en daarmee een grotere kans op aurora.

Sporadische-E (Es)

Sporadische-E is nog steeds aanwezig op sommige dagen: het Es-seizoen loopt meestal tot ongeveer het einde van de eerste week van september. Het patroon van de hogere luchtlagen heeft zich in twee stromen gesplitst, de ene noordwaarts, de andere zuidwaarts door de Middellandse Zee. De Middellandse Zee stroming is behoorlijk vervormd met twee grote troggen. De ene ten westen van Portugal werpt een straalstroom over Portugal en West-Spanje en biedt een goede kans op banen naar Spanje, Portugal en de Canarische Eilanden. De tweede trog bevindt zich boven de Balkan met een sterke stroming over Italië, Griekenland en Turkije. Deze regio is waarschijnlijk net buiten bereik.

De belangrijkste noordelijke tak van de straalstroom-stroming strekt zich uit van Newfoundland met kernsnelheden van 100kt en hervormt dan in de buurt van IJsland over naar het noorden van Scandinavië en het noorden van Rusland. Dit zou paden kunnen ondersteunen naar Scandinavië en noordelijk naar IJsland, en heel misschien langs een polaire route naar de westkust. Het Atlantische gedeelte naar Newfoundland ligt gunstig voor multi-hop-paden naar de noordoostelijke Staten.

Meteoorscatter

Terwijl we zachtjes wegglijden van de brede piek van de Perseïden-meteorenregen, zijn er komende week toch nog steeds mogelijkheden.

EME

Maandeclinatie wordt weer positief op maandag met langere EME-tijdvensters tot gevolg. EME is voor vroege vogels deze week met de maan zenit in de vroege uren. Padverliezen zullen de hele week afnemen. 144MHz-hemelruis is laag en bereikt pas volgende week zondag 500 Kelvin.

 

Over zonnefluxindex, zonnevlekkengetal en Kp-index

De zonnefluxindex (SFI) is een maat voor de ionisatiegraad van de ionosfeer. De SFI heeft een waardenbereik van 50 tot 300. Lage waarden signaleren doorgaans slechte of matige HF-condities en hoge juist goede (een hoge MUF). Tijdens de piek van een zonnevlekkencyclus meten we waarden van meer dan 200, met kortdurende uitschieters naar 300.

Het zonnevlekkengetal is een maat voor de activiteit van de zon. Ook nu geldt, hoe hoger de waarde, des te gunstiger voor de HF-propagatie (op hogere banden). De zonneactiviteit kan als volgt ingedeeld worden aan de hand van het zonnevlekkengetal: laag: 0-30, gematigd: 30-60, hoog: 60-90, zeer hoog: 90-120, intensief: > 120.

De Kp-index is een maat voor de magnetische fluctuaties in de ionosfeer. Lage waarden zijn gunstig voor de HF-propagatie. Vanaf een waarde van 2 beginnen HF-condities te degraderen. Boven de 5 is er sprake van ernstige verstoring en vanaf 7 kunnen zelfs radio-blackouts voorkomen, waarbij HF-communicatie volledig uitvalt. Bij hogere Kp-indexwaarden (vanaf ongeveer 3) neemt de kans op aurora overigens toe.

De beste HF-condities op de hogere banden zijn dus te verwachten bij een hoge zonnefluxindex, een hoog zonnevlekkengetal en een lage Kp-index.

Over maximaal bruikbare frequentie (MUF) en kritische frequentie

De maximaal bruikbare frequentie (MUF) is de frequentie waarbij de verwachting is dat radiosignalen nog zullen reflecteren tegen de ionosfeer voor paden van 3000 km. Voor paden korter dan 3000 km zal de MUF lager zijn omdat de opstralingshoek steiler is, waardoor radiosignalen makkelijker door de ionosfeer heen dringen.

De frequentie waarbij nog reflectie optreedt terwijl de opstralingshoek 90 graden is (verticaal), heet de kritische frequentie.

 


Tom PC5D stelt het propagatienieuws samen. Bij de samenstelling maakt hij onder andere gebruik van de voor Nederland relevante informatie uit de volgende bronnen: het wekelijkse RSGB Propagation News, DX Info Centre, HF-Referat DARC, Poollicht.be en Make More Miles on VHF. Propagatienieuws maakt ook deel uit van het radiojournaal van de Zuid-Limburgse zondagochtendronde. De audio-opname van deze ronde is terug te luisteren op a22.veron.nl.