Propagatienieuws – week 13, 2024

PropagatienieuwsDeze week in Propagatienieuws:

Propagatienieuws wordt samengesteld door Tom Koeken (PC5D).

HF

Vorige week zaterdag bleek weer eens hoe snel zaken kunnen veranderen. De zonnevlam van magnitude X1,1 in de ochtend van 23 maart haalde nog net het propagatienieuws. Deze zonnevlam was afkomstig van het actieve gebied 3614, dat eerder al op 22 februari een zonnevlam van X6 produceerde – de grootste tot nu toe in zonnecyclus 25. Dit gebied lag zaterdag precies in het midden van de zonneschijf. En dus ging de coronale massa-ejectie (CME) die door de zonnevlam werd veroorzaakt recht op de aarde af. Met meer dan 1100 km/s bereikte de CME de aarde in slechts 37 uur. Twee tot 3 dagen zijn gebruikelijker. De inslag in het magnetische veld van de aarde was echt iets bijzonders, de magnetometers op de middelste breedtegraden maten een K-index van meer dan 8.

De kortegolf beleefde een korte positieve fase, maar twee uur later veranderde het magnetische veld dat door de zonnewind werd meegevoerd en draaide het bijna 180 graden. Dit is een aanwijzing dat er meer dan één trigger kan zijn geweest. De verandering in magnetische oriëntatie maakte het veel moeilijker voor de zonnewinddeeltjes om de ionosfeer binnen te dringen. De magnetometers zakten daarom al snel naar een k-waarde van 4. De MUF daalde aanzienlijk. De grafiek op propquest.co.uk van maandag 25 maart spreekt voor zich. In de nacht viel de MUF zelfs terug naar minder dan 7 MHz en overdag waren de hogere banden slechts een schim van de dagen ervoor.

Naast de massa-uitstoot zond de X-flare echter ook een lading snelle protonen uit. Deze veroorzaakten een poolkapabsorptie (PCA) en blokkeerden de voortplanting over de poolgebieden van zaterdag tot woensdag. Pas in de namiddag van woensdag de 27e zagen we dat de 10m-band zich weer normaal gedroeg met de Kp-index terug in het bereik van 1 tot 3. Op donderdag produceerde de gigantische zonnevlek AR3615 nog een zonnevlam van de X1-klasse. De explosie op 28 maart om 2053 UT ioniseerde het bovenste deel van de aardatmosfeer en veroorzaakte een diepe radiostoring boven de Stille Oceaan.

HF Propagatie vooruitzichten 

Op basis van modelberekeningen van de baan van de CME verwacht NOAA dat de aarde deze keer niet zal worden geraakt en dat er geen geomagnetische storm is te verwachten. Na een paar dagen stilstand groeit zonnevlek AR3615 weer. Een toename van 50% in oppervlakte vergeleken met de vorige dag heeft ervoor gezorgd dat een van zijn donkere kernen drie keer zo groot is geworden als de aarde. Dit vertaalt zich nog niet in de zonnefluxindex, Deze is 167 op zaterdag met een dalende trend naar 145 in de komende dagen. Later in de week is wel weer een stijging naar 185 mogelijk. De Kp index is voorlopig 2 of 3 met normale snelheden voor de zonnewind van circa 350 km/s/

Als de zon opkomt, is de MUF voor een hopafstand van 3000 km ongeveer 18 MHz, met waarden tot 30 MHz en meer in de middag, en bij zonsondergang zijn de waarden ongeveer 26 MHz, dalend tot ongeveer 12 MHz in de tweede helft van de nacht. De 10 m-band opent betrouwbaar buiten de flare-sequenties en met laag vermogen en bescheiden antennes zijn DX-verbindingen naar andere continenten mogelijk, zelfs in FM.

Tip:

VHF en EME

Tropo

De komende dagen lijken redelijk weer te bieden voor paasactiviteiten of het bezoek aan een radiomarkt. Je hoeft voorlopig niet in de shack te blijven voor tropocondities, mogelijk wel voor regenscatter. Natuurlijk is nat weer meestal erg bevorderlijk voor regenscatter op de GHz-banden en een reeks langtrekkende lagedrukgebieden zal de UHF- en SHF-operators iets geven om hun tijd mee bezig te houden.

Sporadische-E

De belangrijkste modus voor de komende maanden is Sporadische-E en er is wat vroege propagatie mogelijk, voornamelijk in digitale modi op de 10m of 6m banden, maar waarschijnlijk zeer vluchtig.  Tijdens het zomerse Sporadic-E seizoen is het de moeite waard om de propquest.nl grafieken te bekijken om te zien wat er gebeurt en om een idee te krijgen van hoe het verband houdt met weerpatronen van de straalstroom door kruiscontroles met de Sporadische-E blog bovenluchtkaarten.

De Sporadic-E Probability Index, of EPI-kaarten, kunnen ook nuttig zijn om te zien hoe de gunstige gebieden in de loop van de tijd veranderen. In de huidige voorseizoenperiode is het meer gebruikelijk om trans-equatoriale propagatie, of TEP, te vinden als een exotische modus die paden biedt naar het zuiden, naar Zuid-Afrika en mogelijk naar Zuid-Amerika.

Aurora

Bij het HF deel is al stilgestaan bij de verhoogde Kp-index van 8. Voor de aurorapropagatie viel het effect toch wat tegen doordat het magneetveld van de zonnestroom was veranderd in noordelijk, Daardoor was het effect voor aurora beduidend minder dan in eerste instantie werd verwacht. Een snelle luistertest naar fladderige signalen op de 80m of 40m banden is vaak een goede aanwijzing als je op dat moment geen toegang hebt tot de Kp-index.

Meteoorscatter

Na het lange winterminimum begint de meteooractiviteit in april toe te nemen. De belangrijkste bui in deze periode is de middelzware Lyriden, met een piek op 22 april om 07.00 uur UTC. Een IMO onderzoek in de periode 1988-2000 heeft aangetoond dat de maximumtijd van Lyriden van jaar tot jaar varieerde tussen 21 april 23u 20m UTC tot 22 april, 11u UTC). De activiteit was ook variabel: hoe dichter de piek bij de ideale tijd (λsol= 32,32 graden), hoe hoger de ZHR (tot ongeveer 23 hr-1), terwijl hoe verder de piek van de ideale tijd af lag, hoe lager de ZHR was, tot 14 hr-1. Zelfs de pieklengte van de bui was niet constant. Zelfs de pieklengte van de bui was niet constant, met FWHM variërend van 14,8 tot 61,7 uur; maar Lyriden hebben meestal een kort, vrij scherp maximum, dus de beste waarden worden normaal gesproken bereikt gedurende slechts een paar uur of zo. Voor 2024 voorspellen theoretische modellen geen toename van de activiteit.

Het jaarlijkse minimum van Sporadische Meteoren is voorbij, en de aantallen beginnen toe te nemen naar hun seizoensmaximum in de nazomer. Bovendien zijn sommige kleine buien overdag ook in staat om de totale meteooractiviteit te verhogen. Een bescheiden terugkerende piek in de radiosnelheid treedt typisch op rond 24 april, als gevolg van de gecombineerde snelheid van april-Pisciden, δ-Pisciden en ε-Arietiden.

EME

Voor EME-operators bereikt de declinatie van de Maan het minimum op Paasmaandag, dus we zullen korte Maanvensters zien met lage elevatie. Padverliezen nemen de hele week af en 144MHz hemelruis is matig, stijgend tot een piek van meer dan 3.000 Kelvin op Paasmaandag voordat het terugkeert naar lage niveaus.


Over zonnefluxindex, zonnevlekkengetal en Kp-index

De zonnefluxindex (SFI) is een maat voor de ionisatiegraad van de ionosfeer. De SFI heeft een waardenbereik van 50 tot 300. Lage waarden signaleren doorgaans slechte of matige HF-condities en hoge juist goede (een hoge MUF). Tijdens de piek van een zonnevlekkencyclus meten we waarden van meer dan 200, met kortdurende uitschieters naar 300.

Het zonnevlekkengetal is een maat voor de activiteit van de zon. Ook nu geldt, hoe hoger de waarde, des te gunstiger voor de HF-propagatie (op hogere banden). De zonneactiviteit kan als volgt ingedeeld worden aan de hand van het zonnevlekkengetal: laag: 0-30, gematigd: 30-60, hoog: 60-90, zeer hoog: 90-120, intensief: > 120.

De Kp-index is een maat voor de magnetische fluctuaties in de ionosfeer. Lage waarden zijn gunstig voor de HF-propagatie. Vanaf een waarde van 2 beginnen HF-condities te degraderen. Boven de 5 is er sprake van ernstige verstoring en vanaf 7 kunnen zelfs radio-blackouts voorkomen, waarbij HF-communicatie volledig uitvalt. Bij hogere Kp-indexwaarden (vanaf ongeveer 3) neemt de kans op aurora overigens toe.

De beste HF-condities op de hogere banden zijn dus te verwachten bij een hoge zonnefluxindex, een hoog zonnevlekkengetal en een lage Kp-index.

Over maximaal bruikbare frequentie (MUF) en kritische frequentie

De maximaal bruikbare frequentie (MUF) is de frequentie waarbij de verwachting is dat radiosignalen nog zullen reflecteren tegen de ionosfeer. Voor paden korter dan 3000 km zal de MUF lager zijn omdat de opstralingshoek steiler is, waardoor radiosignalen makkelijker door de ionosfeer heen dringen.

De frequentie waarbij nog reflectie optreedt terwijl de opstralingshoek 90 graden is (verticaal), heet de kritische frequentie.

 

 


Tom PC5D stelt het propagatienieuws samen. Bij de samenstelling maakt hij onder andere gebruik van de voor Nederland relevante informatie uit de volgende bronnen: het wekelijkse RSGB Propagation News, DX Info Centre, HF-Referat DARC, Poollicht.be, Make More Miles on VHF, Met Office en NOAA. Propagatienieuws maakt ook deel uit van het radiojournaal van de Zuid-Limburgse zondagochtendronde. De audio-opname van deze ronde is terug te luisteren op a22.veron.nl