Zoo…. werkt de Radio!
Dit jaar viert de VERON haar 75e verjaardag. Vandaar dat we regelmatig herinneringen ophalen uit de rijke radio historie. In dit artikel gaan we terug naar juni 1939. De Nederlandse radio amateur verenigingen NVVR, NVIR en VUKA kunnen dan nog niet vermoeden dat een jaar later ons land bezet is. En het opheffen van de radio verenigingen door de bezetter leidt in 1945 tot de oprichting van de VERON. Maar terug naar die junimaand in 1939. Het boek “Zoo…. werkt de Radio!” verschijnt als eerste druk in Nederland.
Het blijkt zo populair dat in maart 1941 de tweede druk verschijnt. En in juni 1942 is zelfs een derde druk noodzakelijk. Opmerkelijk dat de Duitse bezetter dit toestond. Immers, het is een perfect leerboek voor de beginnende (en in die jaren clandestiene) radioamateur.
Het boek is een vertaling uit het Frans. De schrijver is Eugène Aisberg, geboren in 1905 en overleden in 1980. En de tekeningen zijn van de hand van Henri Guilac, geboren in 1888 en overleden in 1953.
Voor wie is dit boek bestemd?
Noch door de wijze van voorstelling, noch door den inhoud gelijkt dit boek op eenig ander. De kantlijnteekeningen, waarmee de talentvolle teekenaar Guilac het op zijn bekende geestige manier heeft versierd, zouden een oogenblik kunnen doen veronderstellen, dat het hier om een boek voor kinderen gaat. Maar in werkelijkheid richt “Zoo… werkt de Radio!” zich tot de beginnelingen en vaklieden van iederen leeftijd.
Bovenstaande inleiding slaat de spijker eigenlijk perfect op de kop. Dit boek is geschreven als een verzameling dialogen. Hierin ontmoeten de twee hoofdpersonen elkaar regelmatig om over de techniek van radio te praten. We herkennen zo de hedendaagse Elmer en Novice. Oftewel de leermeester en de leerling. Laten we deze protagonisten even voorstellen.
Vraagal en Weetal
Ten eerste: een zeer beleefde jongeman, Weetal, wien vroeger de grondbeginselen van de radiotechniek zijn bijgebracht door zijn oom, ingenieur Radiolus. Weetal is nu 18 jaar. Hij heeft niets van zijn vroegere nieuwsgierigheid verloren en ook niets van zijn jeugdige werklust en vroolijkheid. Hij is een ervaren radio-amateur en hij gaat nu op zijn beurt met groote duidelijkheid de theorie van de radio uitleggen. Overigens was hij vanaf zijn prilste jeugd een wonderlijke jongen…
Vraagal?… U kent hem niet? Dat is de mensch-geworden onwetendheid. Omdat hij absoluut overhoop ligt met de wiskunde, kent hij ternauwernood de eerste beginselen van de natuurkunde. Hij wordt voortdurend heen en weer geslingerd tusschen den wensch om te leeren en den angst om iets niet te begrijpen. Maar, weet u, ondanks zijn veertien jaren, is hij toch niet dom. Verre van dat! U zult dat overigens zelf wel gewaarworden vanaf het eerste gesprek.
De dialogen beginnen bij de elementaire elektronica. Zo worden elektronen en protonen behandeld. En via stroom, spanning en stroomsterkte rol je de beschrijving van weerstand binnen. Voor je het weet heb je de Wet van Ohm onder de knie.
Wel buizen, geen transistoren
Verwacht geen beschrijvingen van transistoren, de FET of het geïntegreerd circuit. Die bestonden toen nog niet. Wel passeert de (radio)buis regelmatig de revue. En wel op een dusdanige manier dat de hedendaagse radioamateur de techniek achter die oude lampen ook prima kan begrijpen. Immers, buizen horen nog steeds bij de lesstof voor het radio examen. Dit boek is jouw kans om buizentechniek te doorgronden.
Tegen het einde van het boek snap je (zelfs of eindelijk) hoe een superhererodyne ontvanger echt werkt. Maar laten we eerst even tonen hoe de auteur dat voor elkaar krijgt. Daartoe laten we even een willekeurige korte discussie zien:…
Het oud-Nederlands valt natuurlijk wel op. Maar als je even doorleest, dan merk je al snel dat je daar eigenlijk helemaal geen last van hebt. De teksten lezen nog steeds lekker weg. En de uitleg is subliem. Het boek is nu ruim 80 jaar na dato nog steeds actueel. Het vormt een mooie aanvulling voor lezers die overwegen, of al bezig zijn, voor het Novice examen te leren.
Voor de geïnteresseerden hebben we onderaan deze pagina de inhoudsopgave van het boek opgenomen. Zo zie je in één oogopslag de slimme opbouw van het boek. In 20 gesprekken van leek tot kenner van het superheterodyne principe.
Je eigen “Zoo…. werkt de Radio!” exemplaar?
Ja maar… “Zoo…. werkt de Radio!” kan ik natuurlijk niet meer bij de boekhandel halen? Dat klopt! Op radio rommelmarkten zie je nog wel eens een beduimeld exemplaar aangeboden. Maar dan moet je maar net geluk hebben. Dus wil je een exemplaar bemachtigen (of lenen)? Dan loont het om rond te vragen bij “oudere” radioamateurs.
Of je speurt het internet af naar een ingescand exemplaar in PDF formaat. Dan mis je wel de nostalgie van het oude papier. Maar je kunt je in ieder geval de kennis eigen maken. En die zelfontplooiing, daar draait het om in onze mooie radio hobby.