Propagatienieuws – week 11, 2022

PropagatienieuwsDeze week in Propagatienieuws:

Propagatienieuws wordt samengesteld door Tom Koeken (PC5D).

HF

Vorige week was al gewaarschuwd voor onrustige geomagnetische condities. Zondag 13 maart kregen magnetometers aan de grond het zwaar te verduren met minstens vijftien uur onrustige condities, toen de Kp-index schommelde tussen 5 en 6. Dit werd veroorzaakt door een coronalemassa-ejectie (CME) met een volledige halo, die op donderdag 10 maart van de zon kwam. De CME had een sterk negatieve Bz-component en koppelde daardoor gemakkelijker met het magnetische veld van de aarde. Het nettoresultaat was een afname van MUF’s, meldingen van zichtbaar poollicht in Schotland en klachten over HF-condities met de daaropvolgende G2-geomagnetische storm.

Zaterdag 12 maart was nog te beschouwen als de stilte voor de storm, waarbij op 20 meter contacten mogelijk waren met het Nieuw-Zeelandse station ZL6HQ, hoewel de signalen erg flutterig waren. Het korte pad naar ZL loopt door de aurale zone van de Noordpool. Daarom is het niet verwonderlijk dat de signalen werden beïnvloed, ondanks dat de Kp-index in de late ochtend van 5 naar 1 zakte.

In de loop van de week daalde de zonnefluxindex van 125 op zondag, naar 98 op zaterdag 19 maart.

HF-vooruitzichten

NOAA verwacht in de komende dagen dat de SFI rond de 95 uit zal komen, met een Kp-index die varieert tussen 2 en 4. Hierbij is er maar een kleine kans op een radio-blackout.

Het risico van een op de aarde gerichte coronalemassa-ejectie lijkt te zijn afgenomen met de afname van de zonneactiviteit. Dus, voor een keer, lijkt het op een goede zaak!

De MUF (voor de F-laag over 3000 km) zal variëren tussen circa 10 MHz in de nacht tot soms 28 MHz overdag. Doordat de MUF rond de evenaar hoger ligt, kan je met wat geluk op 10 meter ook stations uit Australië, Zuid-Afrika of Zuid-Amerika loggen.

VHF en hoger

Voor propagatie via tropo op VHF en hoger is de situatie in grote lijnen hetzelfde als vorige week. De huidige temperatuurveranderingen tussen dag en nacht zijn op zich interessant voor tropo. We hebben echter voorlopig te maken met een wind die over land komt en daardoor relatief weinig vocht bevat. Tropo-condities zullen daardoor grotendeels normaal zijn, met op zondag tussen Noorwegen en Schotland wat verhoogde waarden.

Uitgebreide hogedrukgebieden gaan meestal gepaard met een duidelijke temperatuurinversie, wat een goed voorteken is voor uitgebreide tropo. Dit werkt het best als er vocht onder de inversie zit. Een nevelige lage bewolking of mist zal dus een goede indicator zijn voor betere condities. Als de voorspelling echter droog en zonnig weer is, betekent dat meestal dat de tropo niet zo betrouwbaar zal zijn. Paden over de Noordzee en naar de Baltische regio zijn extra aandacht waard.

Het is een goed moment om een lijst van bakens uit de regio samen te stellen, bijvoorbeeld op beaconspot.uk, en de verschillende clusters te controleren op tekenen van activiteit.

EME, Es, aurora en meteoorscatter

We zijn bijna in het Sporadische-E-seizoen aangekomen, maar nog niet helemaal. Aurora en meteoorscatter zijn echter nog steeds de moeite waard om in de gaten te houden.

De maan zal deze week afnemen met de laagste declinatie op vrijdag/zaterdag. Het padverlies is deze week echter ook minimaal, dus de omstandigheden zouden goed moeten zijn tot de 23 maart, wanneer de maan naar een deel van de hemel beweegt met hogere achtergrondruis.

Het begin van de week zou mogelijkheden moeten bieden voor stations met een vaste of beperkte elevatie-aanpassing, vanwege de lage maanhoogte

 

______

Over zonnefluxindex, zonnevlekkengetal en Kp-index

De zonnefluxindex (SFI) is een maat voor de ionisatiegraad van de ionosfeer. De SFI heeft een waardenbereik van 50 tot 300. Lage waarden signaleren doorgaans slechte of matige HF-condities en hoge juist goede (een hoge MUF). Tijdens de piek van een zonnevlekkencyclus worden waarden gemeten van meer dan 200, met kortdurende uitschieters naar 300.

Het zonnevlekkengetal is een maat voor de activiteit van de zon. Ook nu geldt, hoe hoger de waarde, des te gunstiger voor de HF-propagatie (op hogere banden). De zonneactiviteit kan als volgt ingedeeld worden aan de hand van het zonnevlekkengetal: laag: 0-30, gematigd: 30-60, hoog: 60-90, zeer hoog: 90-120, intensief: > 120.

De Kp-index is een maat voor de magnetische fluctuaties in de ionosfeer. Lage waarden zijn gunstig voor de HF-propagatie. Vanaf een waarde van 2 beginnen HF-condities te degraderen. Boven de 5 is er sprake van ernstige verstoring en vanaf 7 kunnen zelfs radio-blackouts voorkomen, waarbij HF-communicatie volledig uitvalt. Bij hogere Kp-indexwaarden (vanaf ongeveer 3) neemt de kans op aurora overigens toe.

De beste HF-condities op de hogere banden zijn dus te verwachten bij een hoge zonnefluxindex, een hoog zonnevlekkengetal en een lage Kp-index.

Over maximaal bruikbare frequentie (MUF) en kritische frequentie

De maximaal bruikbare frequentie (MUF) is de frequentie waarbij de verwachting is dat radiosignalen nog zullen reflecteren tegen de ionosfeer voor paden van 3000 km. Voor paden korter dan 3000 km zal de MUF lager zijn omdat de opstralingshoek steiler is, waardoor radiosignalen makkelijker door de ionosfeer heen dringen.

De frequentie waarbij nog reflectie optreedt terwijl de opstralingshoek 90 graden is (verticaal), wordt de kritische frequentie genoemd.

 

______

Tom PC5D stelt het propagatienieuws samen. Bij de samenstelling maakt hij onder andere gebruik van de voor Nederland relevante informatie uit het wekelijkse RSGB Propagation News, DX Info Centre en Make More Miles on VHF . Propagatienieuws maakt ook deel uit van het radiojournaal van de Zuid-Limburgse zondagochtendronde.