Hoe de Mullardlamp naar Leiden kwam

Hoe de Mullardlamp naar Leiden kwamDoor Anneke Jesse

Het is alweer heel wat jaren geleden dat Henk Jesse het aardse leven heeft verwisseld voor de Ionosferen. Zijn zender met de roepnaam PCII ligt in de catacomben opgeslagen van het Museum voor communicatie te Den Haag. Op mijn zolder staan wat dozen met “paperassen” van vroeger.

Enige tijd geleden ben ik die dozen maar eens uitgaan zoeken en daar vond ik wat correspondentie van mijn vader uit zijn jeugd en ook deze ansichtkaart. Hij is geadresseerd aan ene Ru en die Ru heeft schijnbaar die kaart teruggegeven aan Henk. Eerst maar eens even de kaart goed bekijken.

Hij is geadresseerd aan Herr: R Tappenbeck Grolmanstr. 63 bij Rekszi Charlottenburg Berlin.

De tekst luidt:

Waarde Ru, op het oogenblik staat bij mij weer alles in elkaar. Ik heb de versterker met de 2 Telefunkenlampen ook klaar en werkt goed. Je schrijft me zeker wel een, nu de groeten van Henk.
Afz H.J. Jesse jr
Leidschestr. 35 Leiden Holland

Hoe de Mullardlamp naar Leiden kwamHelaas is de poststempel niet goed te lezen, anders wisten we meteen hoe oud Henk Jesse op deze foto was. Dat interesseert mij nu nog het meest. Hoe oud was Henk Jesse, toen hij met zenders begon. Op de ansichtkaart zit Henk met een koptelefoon op naast een zender-ontvanger. Naast de zender staat een seinsleutel. Hij kijkt ons zelfverzekerd aan.

Hij is er echt voor gaan zitten en de fotograaf heeft zowel Henk Jesse als zijn apparatuur goed in beeld gebracht.

Voor u als lezer lijkt het mij een uitdaging om alle onderdelen van deze zender-ontvanger te benoemen. Helaas zijn er geen gegevens op schrift wat hier allemaal te zien is laat staan alle ins en outs!

Nu is er al heel veel over Henk Jesse geschreven. Hoe hij in december 1923, in de nacht van 27 op 28, historie schreef door als eerste Nederlander een radioverbinding tot stand te brengen met Amerika. Hij was toen net 18 jaar oud. Maar hoe kwam het dat hij zo goed overweg kon met een seinsleutel en hoe kwam hij aan die materialen?

Henk Jesse is van 2 september 1905. Zijn oudere broer Jan is van 23 december 1891. Het ouderlijk huis, De Keet te Leiden, heeft een groot souterrain waar tweedehands bouwhout lag opgeslagen. De vader van Henk was architect. Op zolder was ruimte genoeg om te knutselen. Dat deed broer Jan dan ook. Hij bouwde al rond 1905 vonkzendertjes. Als Henk Jesse 9 jaar oud is wil hij dat ook. Hij krijgt materiaal van zijn broer en bouwt zijn eerste kristalontvanger. De rest was afkomstig van de voddenboer, uit de sloop dus eigenlijk. Zijn broer vindt de studie bouwkunde niet zo interessant en volgt een opleiding voor marconist. Hij heeft een aantal jaren op de Holland-Amerika lijn als marconist gevaren. Broer Jan heeft Henk het nodige bijgebracht wat het seinen betreft en Henk zal goed geoefend hebben, want hij was zeer vaardig met de seinsleutel.

Hoe de Mullardlamp naar Leiden kwamToen de eerste wereldoorlog uitbrak werden in Nederland alle vergunningen ingetrokken. Gedurende de oorlog kwam de radio goed tot ontwikkeling. Er kwamen betere onderdelen in de vorm van bijvoorbeeld sterkere zendbuizen. Het ontbreken van een zendmachtiging was voor Henk Jesse geen belemmering om in 1919 (14 jaar oud) een zender te bouwen die geschikt was voor een golflengte van 200 meter.

Henk Jesse was lid van de Noordwijksche Radioclub, waar hij onder andere in contact kwam met de gebroeders Wolf en Rudolf Tappenbeck. In 1921 was de zender van Henk Jesse zo uitgebreid dat er verbindingen gemaakt werden met Frankrijk en Engeland.

PCII ging de lucht in en al spoedig was er contact met F8AB van de Fransman Leon Deloy en G2KF van de Engelsman J.A. Partridge. Deze drie waren in die jaren de belangrijkste radio-amateurs van Europa.

Henk Jesse was nog heel jong, toen hij die verbindingen maakte. Op de ansichtkaart zal hij 15 of 16 zijn. De andere zendamateurs waren veel ouder, zo ook de gebroeders Tappenbeck. Rudolf Tappenbeck was toen al 23 jaar.

J. A. Partridge nodigde Henk Jesse uit om in de grote schoolvakantie eens een maand naar Engeland te komen. Henk vertrok begin augustus 1923 met de “Batavier” van de Boompjes in Rotterdam naar Engeland. Partridge repareerde zenders. Hij onderhield de zenders voor mensen die weinig of geen verstand hadden van zenders.

Veel rijke Engelsen waren radio-amateur en een van die rijke Engelsen bood Henk Jesse een zendbuis aan voor het weer opgang brengen van zijn zender. Er kon gekozen worden uit een aantal prachtige buizen. Henk koos voor de krachtige zendbuis: de Mullard 0-150. Deze Mullardlamp 0-150 zou later een grote rol spelen bij de Transatlantische proeven december 1923.

J.A. Partridge nam Henk ook een paar dagen mee naar Londen. Daar keek de jonge zend-amateur zijn ogen uit. Er zijn twee brieven bewaard gebleven, die hij aan zijn ouders schreef. Hij schrijft:

Je ziet hier wonderbaarlijk uitvindingen. Soms ga je naar beneden met een lift naar de ondergrondse, soms ook met een bewegende trap. Dan ga je gewoon op een bewegende vloer staan en ga je vooruit, maar opeens wordt het een trap die naar beneden gaat. Onderaan verandert het weer in een bewegende vloer. De deuren van de ondergrondse gaan automatisch open en dicht.

In een andere brief (op briefpapier van J.A. Partridge, met zendlamp) schrijft hij het volgende:

Je moet tegen Karel zeggen dat we hem hier hooren maar zeer zwak. Hij moet eens probeeren om de aarde via een condensator (lucht) aan de tegencapaciteit te leggen, maar dan zo dat de golf toch zoo blijft. Hij moet dan wat minder antennespoel inschakelen.

Henk schrijft ook:

We hebben hier de zender wat veranderd en zullen nu wel goed te hooren zijn in Holland. Karel, schrijf even wat de beste tijd is dat je naar ons kan luisteren.

Met dat “luisteren” werden natuurlijk de “piepjes” van de seinsleutel bedoeld. En zo kwam de Mullardlamp 0-150 naar Leiden en kon Henk Jesse zijn zender verbeteren.

Hoe de Mullardlamp naar Leiden kwam

De zendkamer op zolder van DE KEET.