Bezwaren VERON op voorgestelde 5% beperking ICNIRP2020

Bezwaren VERON op de voorgestelde 5% beperking ICNIRP2020 voor radiozendamateurs in het FrequentiebesluitOp 27 juli 2023 heeft het VERON hoofdbestuur een brief gestuurd naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) in Den Haag ter attentie van de Directie Digitale Economie. Door middel van deze brief maakt de VERON formeel bezwaar tegen een onredelijke beperking voor radiozendamateurs. Het gaat om de tijdens het 105e Amateur Overleg aangekondigde 5% beperking ICNIRP2020 voor radioamateurs.

De ICNIRP2020 is ervoor om de bevolking te beschermen tegen mogelijke negatieve effecten van radiostraling en de VERON is daar vanzelfsprekend niet op tegen. Echter, 5% als maximum voor alleen radiozendamateurs opleggen gaat de VERON veel te ver.

Lees hieronder het gehele bezwaarschrift.


Bezwaren VERON op de voorgestelde 5% beperking ICNIRP2020 voor radiozendamateurs in het Frequentiebesluit (EMV-regels)

Geachte directie,

Tijdens het Amateuroverleg AO105, dd. 26-10-2022, zijn de verenigingen op de hoogte gebracht van het beleidsvoornemen om in een wijziging van het Frequentiebesluit in verband met de EMV-regels de gebruikers van de frequentieruimte te verplichten zicht te houden aan de richtlijnen gegeven in de recente publicatie van het International Committee on Non-Ionizing Radiation (ICNIRP) in Maart 2020, gerefereerd als ICNIRP2020.

Uitgangspunten

In de oorspronkelijke consultatie op 20 november 2020 is de doelstelling van de “Wijziging Frequentiebesluit 2013 ter bescherming van de volksgezondheid tegen radiofrequente elektromagnetische velden” gedefinieerd als

“Met het vaststellen van landelijke regels is beoogd de verdere uitrol van mobiele netwerken zo goed mogelijk te faciliteren binnen duidelijke kaders voor volksgezondheid, leefmilieu en veiligheid. Dit zorgt voor zekerheid bij burgers dat de elektromagnetische velden binnen de limieten blijven, ook als er meerdere antennes zijn of komen in hun directe omgeving. De Gezondheidsraad heeft in zijn advies aanbevolen de nieuwste ICNIRP-richtlijnen te gebruiken als basis voor het blootstellingsbeleid.”

In eerste aanleg was de bovengenoemde consultatie alleen bedoeld voor vergunninghouders. Omdat radiozendamateurs geen vergunninghouders zijn, heeft de VERON destijds besloten niet deel te nemen aan de consultatie.
Echter, tijdens het genoemde amateuroverleg werden de verenigingen geconfronteerd met het feit dat de ICNIRP2020 verplichting ook voor radiozendamateurs zal gaan gelden met de toevoeging dat radiozendamateurs tot maximaal 5% van de ICNIRP2020 mogen benutten. Het Ministerie haastte zich door de aanwezigen gerust te stellen dat deze 5% beperking geen probleem is omdat in de regel radiozendamateurs niet tot weinig bijdragen aan de totale gelijktijdig samengestelde blootstelling. De VERON heeft met verbazing gereageerd en gevraagd voor welk probleem dit een oplossing is. Tevens is aangegeven dat in de communicatie naar radiozendamateurs ICNIRP altijd van toepassing is geweest, getuige de passages van de afgelopen jaren in het door de VERON uitgegeven Vademecum.
De VERON is van mening dat het ministerie van EZK ten onrechte de verschillende verzoeken van de VERON om tot een inhoudelijke dialoog over nut en noodzaak om onduidelijke redenen heeft genegeerd. Daarom voelt de VERON zich genoodzaakt schriftelijk te reageren.

Bezwaren tegen het beleidsvoornemen

De VERON heeft verschillende bezwaren tegen het beleidsvoornemen radiozendamateurs te verplichten tot maximaal 5% van de ICNIRP2020 ruimte in te mogen vullen. Onze bezwaren zijn:

  • Er ontstaat een rechtsongelijkheid. Andere frequentiegebruikers zoals operators van mobiele telecommunicatienetwerken mogen tot 100% van de ICNIRP2020 ruimte. De 5% beperking stelt de radiozendamateur in een onredelijk nadeel.
  • Een radiozendamateur heeft frequentieruimte toegewezen gekregen met onder meer tot doel het uitvoeren van verschillende technische experimenten. Dit betekent dat de configuratie en technische eigenschappen van een amateurradiostation door de aard van de toestemming kan veranderen. De opgelegde beperking, tezamen met de verplichting met andere frequentiegebruikers in overleg te treden om gezamenlijk te borgen dat de gelijktijdige samengestelde blootstelling de 100% ICNIRP2020 niet overschrijdt, leidt met name op flatgebouwen met meerdere antenne installaties tot onwerkbare situaties. In de voorgenomen regeling, is de radiozendamateur in het nadeel en wordt door bovengenoemde rechtsongelijkheid onevenredig benadeeld.
  • De VERON ziet niet welk probleem door de voorgenomen regeling wordt opgelost. De wens van de VERON tot een inhoudelijke dialoog over nut en noodzaak is tot op het moment van schrijven van deze brief door het Ministerie om onduidelijke redenen genegeerd en dat vindt de VERON bezwaarlijk.
  • In de consultatie geeft het Ministerie aan dat: “Gezondheidsraad heeft in zijn advies aanbevolen de nieuwste ICNIRP-richtlijnen te gebruiken als basis voor het blootstellingsbeleid”. Ondanks dat in het recente 5G advies de Gezondheidsraad ALARA adviseert, blijft ICNIRP als richtlijn ongewijzigd in het advies staan. ALARA is van toepassing om de blootstelling binnen redelijkheid en billijkheid zo laag mogelijk te houden. De voorgenomen beperking van 5% wordt door de VERON voor de Amateur Radio Dienst onaanvaardbaar geacht. Dit zal hierna technisch worden toegelicht.

5% is onaanvaardbaar

Er zijn verschillende scenario’s te bedenken waarom het beleidsvoornemen onredelijk en onbillijk voor de radiozendamateur is duidelijk te maken. Voor de eenvoud gaat de VERON van het volgende rekenvoorbeeld uit.
Een radiozendstation op 433MHz, met een Yagi-Uda richtantenne met een versterking van 16 dBi en een aan de antenne gevoed vermogen van 400W. Dit past binnen de “Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015”.

Deze radiozendamateur is in antennehoogte beperkt door bijvoorbeeld een gemeentelijk bestemmingsplan en/of welstandseisen en heeft daardoor de 433MHz Yagi antenne een paar meter boven de nok van het dak. Deze radiozendamateur zit in een wijk met gelijke huizenblokken.

In onderstaand figuur is te zien dat in het geval de radiozendamateur continue uitzendt, de 5% limiet wordt bereikt op 110,7 meter van de antenne in de hoofdbundel. Deze afstand is onrealistisch in het verstedelijkte gebied. Een oplossing, en een hele goede oplossing, zou zijn de zendantenne te verhogen. Want hoe hoger deze staat, hoe minder oppervlakte van het huis van de overburen wordt belicht. Echter, de hierboven genoemde gemeentelijke beperking geven de radiozendamateur lang niet altijd de mogelijkheid deze oplossing te kiezen.

De VERON is van mening te kunnen onderbouwen dat het geen probleem is de ICNIRP2020 ruimte voor radiozendamateurs in de voorgenomen beleidsmaatregen te verhogen tot ten minste 80%. In dit geval is de afstand tot de antenne, in de hoofdbundel, voor bovenstaand voorbeeld 27,7 meter. Tevens beperkt de 80% de andere frequentiegebruikers niet. Immers, het achtergrondniveau is in de regel lager dan 7 V/m. Indien de laagste ICNRIP2020 waarde van 27 V/m genomen wordt, levert 7V/m 6,6% van de ICNIRP2020 op. Daarmee blijft de totale blootstelling met 86,6% onder de ICNIRP2020 limiet en wordt voldaan aan “De Gezondheidsraad heeft in zijn advies aanbevolen de nieuwste ICNIRP-richtlijnen te gebruiken als basis voor het blootstellingsbeleid.”.

Opgemerkt wordt dat bovenstaand voorbeeld geldt voor 100% zendtijd hetgeen het uitgangspunt moet zijn omdat de “Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015” een radiozendamateur niet in de zendtijd beperkt. Slechts ter illustratie is in de volgende berekening 10% zendtijd genomen.

Hierbij wordt de 5% op een afstand van ongeveer 35 meter behaald. De 80% limiet op ongeveer 9 meter. Wederom legt de 5% limiet in verstedelijkt gebied, waarbij de radiozendamateur niet in de gelegenheid is om de antenne installatie te verhogen, tot beperkingen indien het huis van de overbuur zich binnen deze 35 meter bevindt.

De VERON spreekt zich niet uit tegen de invoering en handhaving van de ICNIRP2020 richtlijn. Al met al constateert de VERON wel dat de voorgenomen beleidsmaatregel 5% van ICNIRP2020 radiozendamateurs wel ernstige beperkingen oplegt die ongefundeerd en onaanvaardbaar worden geacht.
Tevens constateert de VERON dat er geen probleem is de ICNIRP2020 ruimte voor radiozendamateurs in de voorgenomen beleidsmaatregel te verhogen naar ten minste 80%. Er blijft in verstedelijkt gebied voldoende blootstellingsruimte over voor andere frequentiegebruikers.
Voor die enkele gevallen waar overleg nodig is, te denken valt aan de daken van flatgebouwen waar ook andere zendinrichtingen geplaatst zijn, kan en mag door de Overheid een beroep gedaan worden op de technische vaardigheden en technische zelfredzaamheid van de betreffende radiozendamateur. Indien gewenst kan de VERON de betreffende radiozendamateur, als die VERON-lid is, ondersteuning in de vorm van advies en assistentie verlenen.

Het moge duidelijk zijn dat, aangezien de ICNIRP2020 richtlijn de gezondheid voldoende beschermt, er geen enkele reden is om radiozendamateurs -zelfs als enige frequentiegebruikers- te beperken tot slechts 5% daarvan. Dit betekent een onaanvaardbare beperking van de bevoegdheden van (uitsluitend) deze frequentiegebruikers, zonder dat van de noodzaak is gebleken, zulks zonder deugdelijke grondslag en mitsdien willekeurig, en ten aanzien waarvan wij de impact hebben aangegeven. Het betreft derhalve een beperking die niet slechts buitenproportioneel is, maar zelfs volkomen ongefundeerd. Voorts merken wij op dat amateurradiocommunicatie volgens vaste jurisprudentie wordt beschermd door art.10 EVRM. De door U voorgenomen beperking is daarmee in strijd en zou alleen al daarom buiten toepassing moeten blijven. Radiozendamateurs horen in deze regeling niet thuis

Vanzelfsprekend blijft de VERON bereid tot een technisch inhoudelijke en wetenschappelijk verantwoorde discussie over de in deze brief geadresseerde problematiek.

Hoogachtend,

Namens het VERON hoofdbestuur,

J.H.M. (Eric-Jan) Wösten
Algemeen secretaris