Zendamateurs overstemmen internet

Ons land telt in dit digitale tijdperk toch nog zo’n 14.000 beoefenaars van de ’radiosport’

De zendmast op het dak van Remy Denker


De zendmast op het dak van Remy Denker. FOTO: REINIER VAN WILLIGEN

Radiozendamateurs, dat is toch iets van vroeger? Toen internet nog niet bestond. Van die hobbyisten die op zolder radiosignalen ontvangen en uitzenden. Die rare taal gebruiken die wij niet begrijpen. Mis! Ons land telt meer dan 14.000 beoefenaars. Gisteren was er een open dag in Apeldoorn.

door Emile Bode (De Telegraaf – zondag 8 november 2015)

Gert van Loo uit Ermelo is een toppertje. Een van de beste ter wereld. Maar waarin blinkt hij dan uit? In radiozendamateurisme. Mooi scrabblewoord…

Vorig jaar werd hij tijdens een contest uitgeroepen tot World Wide Winner in Phone (spraak). In 2014 wist hij wereldwijd in 257 gebieden met andere hobbyisten contact te leggen. En dat is echt een hell of a job. Want je moet een kenner zijn van frequentiebanden, van morse en via veel ruis de juiste persoon traceren. „Ik zit dit jaar trouwens al op 251 verschillende contacten”. zegt hij.

De wereld telt 341 radiolocaties, ook wel DXCC-entiteiten genoemd. Dat zijn landen, maar ook (onbewoonde) eilanden en andere plekken. Het doel van de ’DX-jagers’ onder de zendamateurs is om ooit met al deze locaties contact te hebben gehad. Dat is vrijwel onmogelijk.

Contacten

Van Loo legt uit: „Ik zit nu op 298 bevestigde contacten. Het bewijs wordt via radiokaarten geleverd. Het probleem is dat tientallen locaties vrijwel permanent onbewoond zijn. Zo moet ik in Europa nog iemand op Frans-Josefland boven Nova Zembla bereiken. Begin volgend jaar gaat er een Pool naar Noord-Korea. Hij heeft toestemming gekregen om vanuit dat land uit te zenden. Iedereen wil dan contact met hem, het wordt een gekkenhuis. Volgend jaar gaat er ook een expeditie naar de onbewoonde Heard eilanden in de Grote Oceaan om uit te zenden. Dat kost die hobbyisten tienduizenden euro’s, want daar gaat geen lijnvliegtuig naar toe.”

Maar op de Most Wanted lijst van de DX-jagers staat Navassa Eiland tussen Cuba en Haïti op nummer een. Daar gaan volgend jaar vijftien zendamateurs naartoe om de communicatie open te breken.

Rare jongens en meisjes, die zendamateurs maar leuk is het wel.

Remy Denker is de algemeen voorzitter van VERON. Dat is de Vereniging voor Experimenteel Radio Onderzoek in Nederland en met ruim 7000 leden de grootste vereniging op dit gebied. Gisteren hield deze club in de Americahal in Apeldoorn de 55e Dag voor de RadioAmateur. De nieuwste snufjes op dit gebied waren te bewonderen. Er waren tussen de 3000 en 4000 bezoekers.

We willen van hem weten wat er zo leuk is aan deze hobby, in een tijdperk waarin bijna iedereen via internet elkaar razendsnel kan bereiken?

Remy Denker hoeft niet lang na te denken. „Het leuke is om geestverwanten waar ook ter wereld te bereiken. Dan wissel je gegevens uit. Welke apparatuur gebruik je? Waar woon je? Welke frequentiebanden gebruik je? Soms duurt een gesprek een paar minuten, soms veel langer. En er kunnen ook vriendschappen uit voortkomen. Het is overigens not done om over politiek te praten en muziek uit te wisselen.”

Je kunt lacherig doen over deze zendamateurs, maar dan wordt er even vergeten welke belangrijke rol zij kunnen spelen als het telefoonverkeer en dus internet in delen van de wereld uitvalt. Daarom heeft een aantal vrijwilligers zich ter beschikking gesteld van lokale en regionale overheden om bij calamiteiten als verbindingshulp te fungeren.

Denker zegt: „Wij kunnen van grote waarde zijn, want wij kunnen dan met onze zendapparatuur in de auto stappen en noodcommunicatie opzetten. Tijdens de Watersnoodramp in 1953 viel de telefoon in Zeeland uit en radiozendamateurs hebben via de korte golf de eerste contacten met de hulpverleners gelegd. Tijdens de aardbeving in Nepal, anderhalf jaar geleden, hebben zendamateurs geholpen bij het opzetten van de eerste communicatie. Dat is ook tijdens de aardbeving op Haïti gebeurd. Tal van radiozendamateurs beheersen ook morse. Het is de meest efficiënte communicatiemethode die met eenvoudige middelen te realiseren is. Hoe effectief deze methode is, wordt pas ervaren als alle andere middelen falen.”

Ons land telt in dit digitale tijdperk toch nog zo'n 14.000 beoefenaars van de ’radiosport’

Remy Denker: „Als internet zou uitvallen, zijn wij, zendamateurs, van grote waarde. ” FOTO: REINIER VAN WILLIGEN

Morsecursus

Bij de Veron kun je nog steeds een morsecursus volgen. Vorig jaar werd de morsecode door het Nederlands Centrum voor Volkscultuur uitgeroepen tot immaterieel cultureel erfgoed in Nederland.

Overigens hebben wedstrijden tussen sms’ers en morsespecialisten bewezen dat morse stukken sneller is dan het versturen van een sms’je.

Radioamateur word je niet zomaar. Je moet eerst een examen afleggen bij het Agentschap Telecom. Als je slaagt, krijg je een roepnaam (callsign) toegewezen en kun je roepletters aanvragen. De eerste twee letters (prefix) moeten zich voor Nederland bevinden tussen PA en PI. Daarna volgt een cijfer gevolgd door een, twee of drie letters. Denker gaat door het leven als PA3AGF en Van Loo is PA2LO. Het F-examen is het zwaarst. Dit geeft toegang tot alle amateurfrequentiebanden. Dan is het wel handig de morsecode te beheersen. Denker probeert elke avond wel een contact in de wereld te leggen via morse.

Als je een roepnaam hebt, kun je een amateurradiostation opbouwen en de ether ingaan. Trouwens, dat kamertje thuis waar je je zendpark opbouwt, wordt ook wel shack of wel hut genoemd.

Als radiozendamateur leg je contact met andere radiozendamateurs of doet andere
(radio) technische experimenten. Hiervoor zijn frequentiebanden toegewezen. Je kunt gesprekken met wie en waar ook ter wereld voeren via de zendontvanger.

Er zijn ook zendamateurs die aan amateurtelevisie doen. Je bouwt zelf een zender en je wisselt beelden uit met andere amateurs en zo zijn er overal communities.

Het is ook een sport om jouw signaal naar de maan te richten of op een meteoriet en dat signaal kan iemand anders weer opvangen.

Er zijn ook wedstrijden om met een zo laag mogelijk zendvermogen toch ver te reiken. Dan heb je een zelfgebouwd zendertje met een een fietslichtje van oplicht en een antenne en daarmee kun je toch verrassende afstanden mee overbruggen.

Je kunt al voor 400 euro een simpel zenderpark inrichten en aan de slag gaan, maar je kunt ook tienduizenden euro’s aan je hobby uitgeven met de meest geavanceerde apparatuur. U heeft dan wel een grote antenne nodig. Een grote antenne helpt bij het maken van radioverbindingen en daar is vaak een bouwvergunning voor vereist en ruimte rondom het huis.

Topper Gert van Loo heeft helemaal niet zo’n dure installatie maar wel een hoge antenne. Hij zegt: „Een geoefend oor is belangrijk en een beetje geluk. Daarnaast is het van groot belang dat je zendt vanuit een ruisvrije omgeving. Zonnepanelen, ledlampen en een plasmascherm in de omgeving veroorzaken veel ruis.”

Techniek

Het zal geen verbazing wekken dat met deze hobby belangstelling voor techniek een vereiste is. En veel van deze techneuten hebben elkaar gisteren in Apeldoorn tijdens de Verondag ontmoet. Naar schatting 80 procent is man.

Ons land heeft wereldwijd een grote naam op het gebied van  radiozendamateurisme. In de Verenigde Staten en Japan is de hobby ook populair en China is in opkomst.

Denker: „Ik zal niet ontkennen dat veel ouderen zich met deze hobby bezighouden, maar je ziet ook onder jongeren een toename om het radiozendexamen te halen. Dat zie je in Amerika zelfs in versterkte mate. Daar kunnen door rampen zoals tornado’s bepaalde gebieden een tijd lang verstoken zijn van telefonisch contact en dan kan radiotelegrafie de helpende hand bieden.”

Denker is onlangs gepensioneerd. Anders dan bij Gert van Loo is zijn vrouw geen zendamateur.

„Dat kan een nadeel zijn, maar ook een voordeel want wij hoeven de radiohut niet te delen. In mijn auto zet ik wel eens een cd op met morsegesprekken van vroeger. De piepjes da-di-di-dit vertaal ik meteen in tekst, maar mijn vrouw wil daar liever niet naar luisteren want voor haar is morse abracadabra.”