Frans Hilbrink

Geen Piraten

Interview met Frans Hilbrink, bestuurslid afdeling Twente in de Telegraaf van 3 maart 2017, door Jan Colijn

‘Geen Piraten’

Zendamateurs hopen op jonge aanwas

Geen Piraten: Zendamateurs hopen op jonge aanwasHet is een hardnekkig vooroordeel waar ze telkens weer mee moeten afrekenen. Ze zijn zendamateurs en hebben dus niets te maken met etherpiraten. Vandaar dat de overkoepelende organisatie Veron van 22 tot en met 30 april open huishoudt.

“Omdat we een tekort hebben aan jeugdige leden. Onze hobby moet weer hip worden” verklaart Frans Hilbrink. Zelf is de 69-jarige Hilbrink – codenaam PA4FH – al zijn hele leven besmet met het radiovirus. “Toen ik in militaire dienst moest, ben ik gestopt. Maar meteen toen ik als brandweercommandant met pensioen ging, heb ik mijn oude passie nieuw leven ingeblazen.” Daar waar de zendpiraten plaatjes de ether in slingeren, draait het bij de zendamateurs om andere zaken. “Bij ons is het de kick om over de hele wereld radioverbindingen te leggen. Je moet met speciale apparatuur eerst nagaan of er bepaalde lijnen vrij zijn, waar je dan vervolgens je mast op moet richten.”

Nog zo’n vooroordeel: met internet is de wereld al binnen handbereik, waarom dan nog via de ether contact zoeken? “Nee, we zijn absoluut niet achterhaald! Onder meer omdat we nuttig werk verrichten bij bijvoorbeeld natuurrampen in. Azië. We kunnen reddingswerkers dan van informatie voorzien.” Hilbrink: “Het gaat allemaal om verbindingen: collega’s slaagden er ooit in contact te leggen met het ISS-ruimtestation en spraken met Wubbo Ockels en André Kuipers.” De vereniging voor Nederlandse zendamateurs Veron werd meteen na de oorlog opgericht. “Het wordt nog weleens onderschat: er zijn nog zo’n 12.000 mensen die in ons land deze hobby. Beoefenen”, zegt Hilbrink. Bestuurslid van de Twentse afdeling, met 350 leden de grootste . “Maar juist omdat we graag nieuwe aanwas willen, bieden we een kijkje in de keuken.”

NVIS

NVIS overzicht

NVIS overzicht met gerelateerde publicaties

Samen met Rosa Maria Alsina-Pagès van de Universiteit van Barcelona heeft Ben Witvliet (PE5B) een wetenschappelijke artikel onder de titel “Radio communication via Near Vertical Incidence Skywave propagation: an overview” uitgebracht. Het wordt gepubliceerd in Springer “Telecommunication Systems“, maar is nu al gratis online te lezen en downloaden via deze link.

Het betreft een “overview paper“. Dat wil zeggen dat het een document is dat een overzicht geeft van wat er door anderen aan onderzoek is gedaan op dit specialistische gebiedje. Op die manier wordt kennis bij elkaar gebracht en helpt het onderzoekers die aan de slag willen met het zoeken naar de nog ontbrekende kennis. Veel van de geboden informatie is ook voor zendamateurs zeer interessant. Het bevat links naar 130 andere NVIS publicaties!

NVIS overzicht en SkipZone

VERON website over Morsecode

VERON website over Morsecode

Een mooi voorbeeld van een Morsecode seinsleutelNaar aanleiding van mijn artikel over Morsecode als immaterieel erfgoed in het januari nummer van Electron heb ik een aantal reacties ontvangen. Mijn hartelijke dank daarvoor.

De website is ondergebracht in de structuur van de VERON website. Graag heet ik u van harte welkom op: https://morse.veron.nl/ om kennis te maken met een aantal aspecten over Morse code.

Over het gebruik van Morse zijn heel veel verhalen bekend. Graag doe ik een beroep op u, als gebruiker om hierover te vertellen. Inmiddels zijn er al een aantal verhalen gepubliceerd maar het zou fijn zijn als er meer over anekdotes en belevenissen wordt geschreven. Dat geldt niet alleen over het gebruik onder amateurs. Ook beroeps telegrafisten hebben bij het uitoefenen van hun beroep mooie herinneringen. Ook deze verhalen en belevenissen helpen mee om de nieuwe Morse specialisatie website dynamisch en actueel te houden.

Ik zie uw verhalen met enthousiasme tegemoet.

73, Remy
Remy F.G. Denker, PA3AGF
Algemeen voorzitter van de VERON

Alle kopij specifiek voor de https://morse.veron.nl/ website is door te sturen aan de Morse-redactie via dit online contactformulier. Kopij voor de meer algemene VERON website waar u nu naar kijkt is handiger door te geven via dit andere online contactformulier. Kies in dat laatste geval wel “de redacties” om kopij bij de juiste redacteurs uit te laten komen.

WSPR map

Nederlandse zendamateurs nemen voortouw in nieuwe 60 m WSPR frequentie

Nederlandse zendamateurs nemen voortouw in nieuwe 60 m WSPR frequentieAl lange tijd wordt op WSPR de frequentie 5288,7 kHz gebruikt om uit te zenden. Deze frequentie valt nu buiten de 15 kHz (5351,5 kHz tot 5366,5 kHz) waar zendamateurs nu in steeds meer landen mogen uitzenden. Dat is jammer voor veel zendamateurs die op 60 m willen experimenteren in de WSPR mode. Een aantal Nederlandse zendamateurs, actief met WSPR, heeft daarom het initiatief genomen om internationaal een nieuwe 60 m WSPR in gebruik te nemen.

Lees meer

Internationaal CEPT Novice licentie overzicht

CEPT Novice licentie overzicht van de UBA

ECC aanbeveling (05)06

CEPT Novice licentie overzicht van de UBARik Strobbe, ON7YD, heeft voor de UBA een mooi en handig document samengesteld met informatie over de implementatie van ECC aanbeveling (05)06 in verschillende landen. Ook is een aantal landen toegevoegd welke deze ECC aanbeveling nog niet hebben ingevoerd, maar die wel mogelijkheden bieden voor CEPT Novice licentie houders. Deze informatie is in dit PDF document te lezen.

De volledige tekst van de ECC aanbeveling (05)06 kan gevonden worden op deze website.

Werken zonder gast licentie gebaseerd op ECC aanbeveling (05)06 is alleen toegestaan voor een beperkte termijn van 3 maanden (sommige landen specificeren 90 dagen, wat niet hetzelfde is). Indien er langer dan deze termijn gewerkt wordt, dan is een gast-licentie of permanente licentie in dat land nodig.

open dagen bij radioamateurs 2017

Landelijke Open Dagen bij Radioamateurs 2017

Landelijke open dagen bij de radioamateurs 2017De landelijke Open Dagen bij Radioamateurs (ODR). Er is al verschillende keren over gesproken, maar in 2017 gaat het dan echt gebeuren. Het doel: Landelijke aandacht voor amateurradio en de VERON.

22 t/m 30 april

In de week van 22 t/m 30 april laten radioamateurs zien waarom hun vrijetijdsbesteding zo boeiend is, want positieve PR naar de buitenwereld kan amateurradio goed gebruiken!

Iedereen kan meedoen, als afdeling, contestgroep, interessegroep of individueel. Zolang er maar VERON leden bij de organisatie betrokken zijn.

Wat is de bedoeling?

Promotie van amateurradio en de VERON. Iedereen die meedoet aan de ODR kan daar zijn eigen invulling aan geven. Van het openen van de afdelingsruimte en bezoekers zelf verbindingen laten maken tot het tentoonstellen van zelfbouwprojecten. Of van een velddag opstelling tijdens Koningsdag tot leuke soldeerprojectjes voor de jeugdige bezoekers.

Hulp van de PR-Commissie

De PR-Commissie heeft e.e.a. voorbereid aan promotiemateriaal, zoals:

  • Promotiekrant: Er wordt een echte krant gedrukt ”De Radioamateur”. Deze staat boordevol artikelen over de verschillende aspecten van amateurradio en artikelen over het werk van de VERON. Een mooi stuk promotiemateriaal wat ook na de Open Dagen nog goed gebruikt kan worden.
  • Lokale persberichten: Om je te helpen om de Open Dag in de regio te promoten, heeft de PR-Commissie een standaard persbericht geschreven. Die kun je naar de redacties van lokale media sturen. Denk aan huis-aan-huis bladen, websites en sociale media die lokaal nieuws brengen.
  • Landelijk en regionale persberichten: De PR-Commissie promoot de ODR bij landelijke en regionale media. Van SBS6 tot RTV Oost en van Algemeen Dagblad tot NU.nl.
  • Posters: Iedere deelnemer of deelnemende groep krijgt posters om op verschillende plaatsen op te hangen. Op de posters kunnen datum tijd en locatie zelf ingevuld worden.
  • Tips en checklist: We geven je een lijst met tips en een checklist om je een stuk op weg te helpen.

Aanmelden

Wil je meehelpen om amateurradio eens flink positief in het nieuws te brengen? Als groep, afdeling of individueel tijdens de landelijke Open Dagen bij Radioamateurs 2017? Meld je dan aan via het contactformulier van de PR-Commissie, geef ook aan welke activiteiten je wil ondernemen. Aanmelden kan tot 1 april a.s.

Over radioamateurs gaan soms de meest rare verhalen rond

Interview met Remy Denker, voorzitter van radioamateurvereniging VERON in “Verbinding” van december 2016:

 

“Over radioamateurs gaan soms de meest rare verhalen rond”

 

Met 6.500 leden is de Vereniging voor experimenteel radio-onderzoek in Nederland (VERON) het grootste platform voor radiozendamateurs. Sinds 2008 is Remy Denker – roepletters PA3AGF – algemeen voorzitter van de vereniging. Mede dankzij zijn inspanningen is de samenwerking tussen radioamateurs verbeterd, wat tot constructiever overleg met de overheid heeft geleid. De maatschappelijke vooroordelen jegens radioamateurs zijn daarmee echter nog niet uitgebannen.

Remy Denker: Over radioamateurs gaan soms de meest rare verhalen rond

Hoe ben je ooit in aanraking gekomen met radiocommunicatie, en daar uiteindelijk in ‘doorgegroeid’ tot voorzitter van de VERON?

“Mijn vader werkte in de jaren ’50 bij Philips, waar hij zendbuizen ontwikkelde. Hierdoor werd ik al op jonge leeftijd gegrepen door de mysterieuze aantrekkingskracht van het uitzenden en ontvangen van signalen. Toen ik op latere leeftijd het een en ander over radioverbindingen hoorde, besloot ik me daar op toe te leggen. In 1972 werd ik lid van de VERON waardoor ik contact kreeg met gelijkgestemden. In 1978 legde ik het morse-examen af en kreeg mijn roepletters PA3AGF. Zo kon ik, al ver voordat internet wijdverspreid was, met mensen uit alle windstreken communiceren via radiocommunicatie. Binnen de VERON trad ik in 1999 toe tot het bestuur van de afdeling Twente, waarvan ik in 2002 afdelingsvoorzitter werd. Kort daarna werd ik lid van het hoofdbestuur van de landelijke vereniging, en in 2008 werd ik voorgedragen als algemeen voorzitter. Zolang ik daar enthousiast over blijf wil ik die functie graag blijven bekleden. Het is leuk om te helpen bij het richting geven aan de vereniging, mee te denken over techniek en beleid, en contact te onderhouden met de leden en de afdelingen. Ik vind het prachtig dat ik op deze manier mijn passie voor radiotechniek kan uitdragen. En doordat ik sinds anderhalf jaar met pensioen ben kan ik er ook meer tijd in steken.”

Naast de VERON kent Nederland nog een vereniging voor zendamateurs: de VRZA (zie kader). Hoe is de verhouding tussen de twee verenigingen?

“Vóór de tweede wereldoorlog waren er zelfs drie verenigingen, die met elkaar concurreerden. Daar wilde men vanaf, daarom werd in 1945 de VERON opgericht om één platform voor de radioamateur te hebben. Begin jaren ’50 leidde een verschil van mening over te publiceren onderwerpen tot een afsplitsing. Een tijd lang waren de VRZA en VERON zeer concurrerend, maar inmiddels is de onderlinge sfeer sterk verbeterd en is die animositeit verdwenen. Een fusie van de verenigingen zit er echter niet in; de VRZA-leden willen graag vasthouden aan een eigen identiteit. Er is ook wel enig verschil tussen de verenigingen; de VERON is iets meer gericht op techniek en onderzoek, terwijl de VRZA wat meer focust op praktische kennis. De afdelingen en besturen van beide verenigingen werken echter prima samen, en we trekken tegenwoordig ook samen op in het amateuroverleg met Agentschap Telecom.”

Wat bedoel je met ‘tegenwoordig’? Was dat vroeger anders?

“Dat amateuroverleg vindt twee keer per jaar plaats tussen de verenigingen en het agentschap als overheidsorgaan. Voorheen opereerden de VERON en VRZA daarbij onafhankelijk van elkaar; beide verenigingen hadden hun eigen voorbereiding op dit overleg. Het gevolg was dat we tegen elkaar konden worden uitgespeeld. Als zendamateurs trokken we niet één lijn en vormden we geen krachtige partij tegenover de overheid. Dat is nu anders, doordat we als twee verenigingen met één agenda naar dit overleg gaan en het ook samen voorbereiden. Uiteindelijk willen wij meestal iets dat het agentschap moet uitvoeren, en dat lukt beter als we eensgezinde daadkracht tonen.”

Hoe zijn de verhoudingen met Agentschap Telecom?

“Op dit moment prima, maar ook dat was de afgelopen jaren anders. Agentschap Telecom heeft veel interne verschuivingen gehad en er zijn personeelsproblemen geweest. Daardoor zijn sommige acties blijven liggen, zoals de regeling voor het gebruik van de 40-meter band door novice-gelicenseerde zendamateurs. In oktober hebben VERON en VRZA samen een brandbrief naar de hoofddirecteur van het agentschap gestuurd en aangegeven dat het amateuroverleg in feite stil lag doordat het agentschap zijn afspraken niet nakwam. Dat lijkt te hebben geholpen; er zijn nieuwe afspraken over betere onderlinge communicatie gemaakt en de overheid heeft 1,2 FTE vrijgemaakt voor radioamateurzaken. Inmiddels wordt er weer constructief overlegd.”

Wat is het belang van dat overleg voor jullie?

“Door dat overleg zijn we tijdig op de hoogte van beleidswijzigingen, en kunnen we proberen invloed uit te oefenen op keuzes van de overheid. Een belangrijk voorbeeld is natuurlijk bandbreedte. Met de bandbreedte die we nu als amateurs hebben, kunnen we redelijk uit de voeten. Tegelijkertijd weet iedereen dat er veel extra behoefte aan bandbreedte uit andere sectoren is. Zo wordt steeds vaker naar de hogere SHF-banden gekeken, bijvoorbeeld om bandbreedte te realiseren voor radarsystemen in auto’s. Als die wordt toegewezen, gaat dat ten koste van de capaciteit voor amateurs. Het is een discussiepunt dat steeds terugkomt op de agenda van het amateuroverleg. Uiteindelijk is het de overheid – dus Agentschap Telecom – die beslist over de toewijzing van spectrum, maar wij hebben door dat overleg wel de mogelijkheid om onze visie te geven en het belang van de amateur te behartigen.”

Het beeld bestaat dat radiozendamateurs wereldvreemde mannen die op zolderkamers bezig zijn met radiopiraterij. Is dat het enige vooroordeel over zendamateurs?

“We horen wel meer onzinverhalen. Mensen beginnen vaak over 27mc en ‘breaky-breaky’ of menen dat de antennes van zendamateurs tot gezondheidsklachten leiden. Je hoort de meest rare dingen en er wordt bij storingen ook snel naar ons gewezen. Ik kreeg laatst zelfs mijn buurman op bezoek omdat zijn tv werd gestoord. Hij dacht dat ik dat veroorzaakte, terwijl ik helemaal niet bezig was met uitzenden. Een enkele keer stoor ik inderdaad, als ik nieuwe apparatuur of een andere opstelling uitprobeer, maar dat is altijd kortstondig en ik overleg vooraf met de buren om dit af te stemmen. Veruit de meeste zendamateurs werken op die manier en hebben een goede verstandhouding met de buren. Vergeet ook niet dat je niet zomaar de ether in kunt. Je moet eerst een examen afleggen waarbij wordt getoetst of je voldoende kennis van de techniek en wetgeving hebt. Pas dan krijg je van de overheid een certificaat en eigen roepletters waarna je mag zenden. Met dit examensysteem, waarvan het niveau internationaal is geborgd, wordt het risico op storing door ondeskundig handelen tot een minimum beperkt.”

Veel mensen begrijpen ook niet waarom je met radiocommunicatie bezig bent; je kunt immers ook je mobiele telefoon gebruiken om te communiceren.

“Dat geeft wel aan dat men geen goed beeld heeft van wat een radioamateur doet. Het mooie aan radiocommunicatie zoals wij het gebruiken, is de onvoorspelbaarheid. Om een voorbeeld te geven: ongeveer dertien jaar geleden kreeg ik ineens radiocontact met een Griekse amateur. Ik had via de ether een mooi gesprek over radiotechnieken. Kort daarna ging ik met mijn gezin op vakantie in de buurt van zijn woonplaats; we werden bij hem thuis uitgenodigd en hebben er een bijzonder gezellige avond gehad. Ik heb daarna nooit meer contact met hem gehad, maar het zou best kunnen zijn dat ik hem volgende week, na dertien jaar, ineens weer toevallig in de ether tref. Het zijn ervaringen die zich in een hele andere dimensie afspelen dan de manier waarop mensen dagelijks met hun mobieltje communiceren.”

Radiozendamateurs

Nederland telt naar schatting 13.000 radiozendamateurs. Daarvan zijn er ongeveer 6.500 lid van de VERON, en nog eens ruim 1.000 lid van de VRZA (Vereniging voor RadioZendAmateurs). Een aantal daarvan zijn zogenaamde ‘dubbelleden’.

 

Morse

Bij Remy Denker speelt het gebruik van morsecode een grote rol, een communicatiecode die allang achterhaalt lijkt maar door een grote groep amateurs in ere wordt gehouden. In 2015 is morse door het Kenniscentrum voor immaterieel erfgoed zelfs officieel erkend als ‘traditie’, waarbij de VERON als Nederlandse belangenbehartiger wordt beschouwd. Inmiddels wordt geprobeerd om via UNESCO een internationale erkenning voor morse als erfgoed te krijgen.