Voorstel tot wijziging van de Telecommunicatiewet i.v.m. implementatie van Europese richtlijnen.
In het voorjaar van 2014 is door het Europese Parlement en de Raad een tweetal richtlijnen uitgevaardigd. Het gaat om richtlijn 2014/30/EU en richtlijn 2014/53/EU die op 29 maart 2014 en 22 mei 2014 in het Official Journal of the European Union (OJEU) zijn gepubliceerd. Beide richtlijnen moeten door de lidstaten vóór 19 april 2016, respectievelijk 12 juni 2016, in de nationale wetgeving zijn geïmplementeerd.
Voor Nederland betekent dit een wijziging van de Telecommunicatiewet. De voorgenomen wetswijziging stelt de toezichthouder in staat om in voorkomende gevallen het instrument van de bindende aanwijzing te hanteren richting de gebruiker van apparaten/installaties die storing veroorzaken. Het Kamerstuk ”Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de implementatie van richtlijn 2014/30/EU en richtlijn 2014/53/EU” heeft hier onder andere betrekking op en is op 18 augustus 2015 gepubliceerd.
In de artikelen 10.8 en 10.13 wordt de wet zodanig gewijzigd dat het mogelijk wordt voor het Agentschap Telecom bindende aanwijzingen te kunnen geven in het geval dat elektrische apparaten storing veroorzaken.
De VERON was al zeer geruime tijd op de hoogte van de voorgenomen bevoegdheid om bindende aanwijzingen te kunnen geven. Het is een al lang gekoesterde wens van het agentschap. Het door een stichting elders op internet gepubliceerde bericht dat genoemd voorstel tot wetswijziging het resultaat is van haar advies berust dan ook duidelijk op een misverstand.
Dezelfde stichting meldt ook dat na haar advies in de wet zal worden voorzien in de bevoegdheid tot het binnentreden van woningen zonder toestemming van de bewoner. Een dergelijke bevoegdheid wordt echter niet in de wet geregeld.
Een en ander neemt niet weg dat het agentschap meer handvat krijgt om storingsproblemen te kunnen oplossen.