PI1SHB, bezwaar identificatieplicht APRS repeater met succes afgesloten

pi1shb aprs repeaterMet de hulp van de Werkgroep Overleg Overheid (WOO), in de vorm van Bram van den Berg, is met succes bezwaar gemaakt tegen de identificatieplicht voor het APRS relaisstation PI1SHB. Voor deze APRS repeater is op 9 oktober 2017 een verzoek voor verlenging van vergunning frequentiegebruik ralaisstation gehonoreerd. Als gevolgd van de verlenging is de nieuwe Gedragslijn van toepassing en is het voorschrift omtrent de identificatieplicht gewijzigd.

Gedragslijn vergunning radiozendamateurs.

Op 1 april 2017 is de Gedragslijn vergunningen radiozendamateurs in werking getreden. In deze gedragslijn staat vermeld:

‘Tijdens de uitzendingen van het station worden de roepletters herkenbaar en waarneembaar één keer per vijf minuten uitgezonden in morse (A1A, met een maximale snelheid van twintig woorden per minuut) of in spraak (F3E).

Hoorzitting PI1SHB heeft plaatsgevonden op 26 januari 2018

In het bezwaar gericht aan Agentschap Telecom is aangegeven dat het naleven van het nieuwe voorschrift er voor zal zorgen dat een APRS-station niet meer goed functioneert. Daarnaast is aangegeven dat het onvoldoende aannemelijk is dat voor relaisstations een bijzondere identificatieplicht noodzakelijk is, aangezien de algemene identificatieplicht ook voor relaisstations voldoende moet zijn. Voorgesteld is om de bepaling over identificatie te wijzigen in:

Tijdens de uitzendingen van het station worden de roepletters PI1SHB herkenbaar en waarneembaar één keer per vijf minuten uitgezonden in een klasse van uitzending, zoals genoemd in artikel 10, lid f van de Regeling gebruik frequentieruimte met meldingsplicht 2015.

Door deze bepaling op te nemen zouden voor houders van een vergunning voor onbemand frequentiegebruik dezelfde regels gelden als voor registratiehouders en is de identificatie net als in de oorspronkelijk vergunning gebaseerd op art 10 van de Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015.

Bezwaar gegrond verklaard

Agentschap Telecom heeft het bezwaar gegrond verklaard, daarom wordt het voorschrift voor het uitzenden van de roepletters gewijzigd in:

“Identificatie
Tijdens de uitzendingen worden de roepletters van het station uitgezonden overeenkomstig artikel 10 van de Regeling gebruik frequentieruimte met meldingsplicht 2015.”

Daarmee is de identificatieplicht voor het APRS relaisstation PI1SHB opgelost. Deze regeling geldt dus niet voor alle APRS repeaters. Bij het verlenen van nieuwe vergunningen voor APRS repeaters, waarbij de gedragslijn van toepassing is zal afzonderlijk bezwaar moeten worden gemaakt.

VERON feliciteert PI1SHB met het behaalde resultaat en bedankt Bram van den Berg van de VERON Werkgroep Overleg Overheid voor zijn inzet in deze.

Vindt u het ook belangrijk dat de VERON zich kan blijven inzetten voor radiozendamateurs?

Word lid van de VERON en gebruik ons online inschrijfformulier