Propagatienieuws – week 5, 2024

PropagatienieuwsDeze week in Propagatienieuws:

Propagatienieuws wordt samengesteld door Tom Koeken (PC5D).

HF

In de afgelopen week varieerde de zonneflux tussen 140 en 157. Dit was voldoende om alle banden te laten openen, al varieerde de hoogste MUF van dag tot dag meestal tot 36 of 37 MHz.

De zon was de afgelopen dagen over het algemeen rustig, met slechts twee korte perioden van M-klasse uitbarstingen, op 29 januari en 2 februari – de zwakkere C-zonnevlammen domineerden. De motor die de ionosfeer opwarmt, verzwakt dus op dit moment. Daarnaast worden de dagen op het noordelijk halfrond langer en de nachten korter naarmate de lente nadert. Hierdoor verandert de chemische samenstelling in de ionosfeer, recombineren de ionen sneller en neemt de maximale MUF af. Het zal echter nog een paar weken duren voordat dit duidelijk merkbaar wordt.

Aan het begin van de week was er een matige stralingsstorm op S2-niveau. Gedurende een langere periode waren matige protonenstormen waarneembaar, die de propagatie over de poolgebieden belemmerden.

Dit werd veroorzaakt door een sterke zonnevlam van klasse M6.8, waardoor hoogenergetische protonen van de zon de bovenste atmosfeer van de aarde raakten. Dit wordt ook wel een “stralingsstorm” genoemd. Zo’n storm kan verhoogde stralingsniveaus veroorzaken in vliegtuigen die over de polen van de aarde vliegen en kan ook leiden tot ongewenste interferentie in de elektronica van satellieten die rond de aarde draaien.

De bron van de uitbarsting was het actieve zonnegebied AR3559. Dit lag op dat moment aan de westelijke rand van de zon. Actieve regio’s daar kunnen magnetisch in verbinding staan met de aarde. Dit komt doordat de baan van de deeltjes tussen de zon en de aarde geen lijn volgt, maar een spiraalvormige beweging is: de zogenaamde “Parker-spiraal”, genoemd naar de Amerikaanse astrofysicus Eugene N. Parker, die in de jaren 1950 de zonnewind voorspelde als een plasma van geladen deeltjes. Wanneer de zon draait, verandert haar magnetische veld in een Archimedische spiraal die door het zonnestelsel loopt.

Grofweg worden coronale gaten of actieve zonnevlekgebieden alleen effectief voor de aarde als ze zich op de westelijke helft bevinden van de kant van de zon die voor ons zichtbaar is. En het westen is, in tegenstelling tot hier op het noordelijk halfrond, de rechterkant van de zon.

HF-vooruitzichten

Voor de komende week kunnen we over het algemeen lage zonneactiviteit verwachten, maar de kans op geïsoleerde M-zonnevlammen neemt over het algemeen toe. De zonneflux is eerst nog circa 140 en kan stijgen tot 165. Geomagnetisme zal voorlopig overwegend rustig zijn, maar in de nacht van zondag op maandag kan een CME die op 1 februari de zon verliet de aarde schampen; een lichte G1 geomagnetische storm is met een Kp van 5 dan waarschijnlijk.

Voor de rest zijn de propagatieomstandigheden vergelijkbaar met de voorgaande week: Alle kortegolfbanden zijn open, 10 meter van ongeveer 8 uur ’s ochtends tot 5 uur ’s middags UTC, 20 meter gedurende twee tot drie uur langer in de nacht. De 30 meter band blijft meestal de hele tijd open.

Dit weekend, de 3e en 4e, vindt de 10-10 International Winter SSB Contest plaats, dus er zouden genoeg stations moeten zijn om op 28MHz te werken.

VHF en EME

Tropo

Momenteel ligt er een hogedrukgebied boven de golf van Biskaje. Tussen Ierland en zuid Frankrijk levert dit verhoogde of sterke tropo op. In onze regio zullen we het moeten doen met het kijken naar de meldingen in het DX cluster, en mogelijk op maandag nog wat zwakkere redelijke condities voor het zuiden van Nederland naar Frankrijk.
Het noorden van Nederland heeft meer ‘geluk’ met mogelijkheden voor regenscatter.

Sporadische-E

Voor Sporadic-E op 6m zullen we waarschijnlijk tot april moeten wachten. Op het lage deel van de VHF-band zijn er echter ook experimenten. Op de blogspot van EI7GL o.a. verslag van testen op 32 en 40 MHz waar soms 2 hops F2 paden Europa weten te bereiken en mogelijkheden voor laagvermogen bakens in Australië

Aurora

Van zondag op maandag loopt de Kp index kort op naar 5. Mogelijk is in noord Nederland nog een kleine kans op aurora.

Meteoorscatter

In februari-maart zijn er slechts kleine meteorenbuien op aarde. De belangrijkste is Capricorniden / Sagittariiden (piek op 1 februari), een medium-ZHR bui overdag; de straler bereikt zijn hoogtepunt op relatief lage hoogte aan de hemel op het noordelijk halfrond. Merk op dat recente radioresultaten aangeven dat het maximum van Capricorniden / Sagittariiden ergens tussen 1-4 februari kan vallen.

Waarnemers op het zuidelijk halfrond zullen de activiteit van α-Centauriden controleren. De gemiddelde piek ZHR van deze bui, tussen 1988-2007 was slechts 6 uur-1; maar in 1974 en 1980 zorgden uitbarstingen van enkele uren voor ZHR in de buurt van 20-30 uur-1. Significante activiteit werd gerapporteerd op 14 februari 2015, hoewel er geen bevestiging was van een uitbarsting die voorspeld was voor 8 februari 2015.

Sporadische meteoren bereiken nu hun seizoensgebonden minimum, maar MS-contacten via “sporadics” zijn nog steeds mogelijk, vooral in de vroege ochtenduren.

EME

Voor EME-operators is de declinatie van de maan negatief en daalt naar een minimum op dinsdag de 6e. Padverliezen nemen ook af sinds hun maximum op het hoogste punt op maandag de 29e. Maar met de lage maanhoogtes, slechts acht graden op dinsdag, zullen de maanvensters kort zijn.

144MHz hemel ruis is matig tot zeer hoog de hele week gaan over 3100 Kelvin op dinsdag de 6e. Vrijdag en zaterdag zijn de maan en de zon erg dicht bij elkaar, dus zon ruis in de antenne bundelbreedtes zal een probleem zijn.


Over zonnefluxindex, zonnevlekkengetal en Kp-index

De zonnefluxindex (SFI) is een maat voor de ionisatiegraad van de ionosfeer. De SFI heeft een waardenbereik van 50 tot 300. Lage waarden signaleren doorgaans slechte of matige HF-condities en hoge juist goede (een hoge MUF). Tijdens de piek van een zonnevlekkencyclus meten we waarden van meer dan 200, met kortdurende uitschieters naar 300.

Het zonnevlekkengetal is een maat voor de activiteit van de zon. Ook nu geldt, hoe hoger de waarde, des te gunstiger voor de HF-propagatie (op hogere banden). De zonneactiviteit kan als volgt ingedeeld worden aan de hand van het zonnevlekkengetal: laag: 0-30, gematigd: 30-60, hoog: 60-90, zeer hoog: 90-120, intensief: > 120.

De Kp-index is een maat voor de magnetische fluctuaties in de ionosfeer. Lage waarden zijn gunstig voor de HF-propagatie. Vanaf een waarde van 2 beginnen HF-condities te degraderen. Boven de 5 is er sprake van ernstige verstoring en vanaf 7 kunnen zelfs radio-blackouts voorkomen, waarbij HF-communicatie volledig uitvalt. Bij hogere Kp-indexwaarden (vanaf ongeveer 3) neemt de kans op aurora overigens toe.

De beste HF-condities op de hogere banden zijn dus te verwachten bij een hoge zonnefluxindex, een hoog zonnevlekkengetal en een lage Kp-index/

Over maximaal bruikbare frequentie (MUF) en kritische frequentie

De maximaal bruikbare frequentie (MUF) is de frequentie waarbij de verwachting is dat radiosignalen nog zullen reflecteren tegen de ionosfeer. Voor paden korter dan 3000 km zal de MUF lager zijn omdat de opstralingshoek steiler is, waardoor radiosignalen makkelijker door de ionosfeer heen dringen.

De frequentie waarbij nog reflectie optreedt terwijl de opstralingshoek 90 graden is (verticaal), heet de kritische frequentie.

 

 


Tom PC5D stelt het propagatienieuws samen. Bij de samenstelling maakt hij onder andere gebruik van de voor Nederland relevante informatie uit de volgende bronnen: het wekelijkse RSGB Propagation News, DX Info Centre, HF-Referat DARC, Poollicht.be, Make More Miles on VHF, Met Office en NOAA. Propagatienieuws maakt ook deel uit van het radiojournaal van de Zuid-Limburgse zondagochtendronde. De audio-opname van deze ronde is terug te luisteren op a22.veron.nl.