Berichten

Agentschap Telecom over toezicht op gebruikers van PI2NOS

De bovenregionale repeater PI2NOS is technisch een groot succes en daar maken veel zendamateurs dagelijks met heel veel plezier gebruik van. Dit succes heeft helaas ook een keerzijde.

Agentschap Telecom (AT) heeft sinds het in gebruik nemen van PI2NOS regelmatig meldingen van zendamateurs ontvangen over gedragsproblematiek, intruders, gebruikers zonder roepletters, bewuste verstoringen en nog andere vormen van ongewenst gebruik. Deze zaken leiden tot irritatie en bij tijd en wijle verminderde bruikbaarheid van dit bovenregionale relaisstation. In 2017 zijn er nu negen meldingen over deze problemen gedaan. Dit is voor AT een situatie die dit experiment niet ten goede komt.

In de afgelopen periode heeft AT op meerdere momenten meegeluisterd en er gaat gelukkig ook heel veel goed. Maar er doen zich zo nu en dan zaken voor die weinig of niets te maken hebben met het zendamateurisme. Dit is een complex probleem en de aanpak ervan arbeidsintensief. Naast diverse intruders is echter ook opgevallen dat zendamateurs zichzelf ook niet altijd houden aan de voorwaarden die hun registratie stelt:

  1. Niet of onvoldoende vermelden van eigen (complete) roepletters
  2. Niet gebruiken van het NATO-spellingsalfabet
  3. Verbindingen maken met personen die hun roepletters niet noemen, deze ogenschijnlijk niet hebben of roepletters gebruiken die niet bestaan
  4. Muziekjes/geluidjes uitzenden tijdens een verbinding
  5. Onvoldoende ruimte laten aan deelnemers die zich inmelden
  6. Taalgebruik dat een zendamateur onwaardig is (niet verplicht, maar lokt sterke reacties uit)

Bovenstaande gedragingen wegen niet allemaal even zwaar, maar door dit gedrag ontstaat er een situatie die intruders en zendamateurs die regels minder belangrijk vinden een redelijke anonieme omgeving geeft om ‘hun ding’ te doen. Door het verbeteren van de etherdiscipline en het daardoor oppoetsen van de amateur-etiquette, wordt een radio-omgeving gecreëerd waar onjuist frequentiegebruik nadrukkelijker opvalt en daardoor makkelijker kan worden bestreden.

Om dat te bereiken zullen inspecteurs van AT, PI2NOS intensiever gaan monitoren en gele kaarten uitschrijven bij bovengenoemde gedragingen. Het doel hiervan is het radioverkeer op PI2NOS in lijn te brengen met de registratievoorwaarden, waardoor de voedingsbodem voor ongewenst gedrag en intruden wordt beperkt. Dit lijkt de makkelijkste weg en is dat ook, maar als het radioverkeer op PI2NOS volgens de regels gaat, dan wordt ongewenst gedrag van zendamateurs en illegale gebruikers voor een flink deel bemoeilijkt.

Doet AT dan niets meer aan intruders? Nee zeker niet. Juist in een dergelijke omgeving wordt het voor AT makkelijker om op te treden. Wel is daarbij de hulp van zendamateurs onontbeerlijk. Alleen als zendamateurs investeren in het vergaren van informatie door op de ingang van de repeater te luisteren wanneer er zaken misgaan en die informatie met elkaar en met ons delen, is er voldoende gerichte informatie om een goede kans te hebben om een illegale gebruiker te lokaliseren.

En dan? Wanneer AT een intruder kan lokaliseren zal zij met Strafrecht optreden. Dit betekent inbeslagneming van de gebruikte en andere aangesloten zendapparatuur en het opmaken van proces-verbaal. Mocht een radiozendamateur haar of zijn registratievoorwaarden overtreden dan zal met een gele kaart, en bij herhaling een rode kaart, worden opgetreden. Dit kan leiden tot een  bestuurlijke boete of een (tijdelijk) zendverbod.

Wij hopen dat zendamateurs samen het succes van PI2NOS dragen en deze oproep om het goede voorbeeld te geven ondersteunen. Samen kunnen we hier een verschil maken.

Afdeling Toezicht
Agentschap Telecom

Staat van de Ether 2016

Agentschap Telecom publiceert de Staat van de Ether 2016, het jaarbericht van ATVanaf nu is de Staat van de Ether 2016 online te lezen. Dit is het jaarbericht van Agentschap Telecom. In deze editie van de nieuwsbrief gaat het over de ontwikkeling van telecommunicatie in de samenleving. En meer specifiek over de ontwikkeling van de digitale samenleving.

Lees meer

logo agentschap-telecom

Agentschap Telecom feedbackbijeenkomst over de website van AT

Agentschap Telecom heeft op 12 mei een feedbackbijeenkomst georganiseerd, waarbij 2 leden van beide verenigingen – VERON en VRZA – waren uitgenodigd. Het doel van deze bijeenkomst is om de radiozendamateurs als doelgroep te betrekken bij het vernieuwen van de website van Agentschap Telecom. Hieronder een verslag gemaakt door Agentschap Telecom over het verloop van deze feedbackbijeenkomst.

Van je doelgroep moet je het hebben

Onlangs hebben we een feedbacksessie georganiseerd voor radiozendamateurs over onze website. De representatieve groep radiozendamateurs was zeer gemotiveerd om samen met ons aan de slag te gaan. Het doel van de sessie is om de doelgroep bij het vernieuwen van de website van Agentschap Telecom te betrekken en te kijken hoe we samen de website kunnen verbeteren.

De radiozendamateurs bezoeken regelmatig onze website. Daarom is het zo zinvol om juist deze mensen te vragen wat zij nou van het onderdeel voor radiozendamateurs op onze website vinden. De aanwezige respondenten zijn allemaal al jaren actief als radiozendamateur en lid van de VERON (Vereniging voor Experimenteel Radio Onderzoek in Nederland) of VRZA (Vereniging van RadioZendAmateurs) en kennen agentschaptelecom.nl goed.

Op een locatie in Amersfoort zijn we in gesprek gegaan met deze mannen. We hebben ze gevraagd waar zij voor naar de website komen en wat ze van de site vinden. Ook hebben we ze een aantal opdrachten laten doen om erachter te komen wat beter kan en wat de belangrijkste onderwerpen zijn die ze op de website willen zien.

Tips en tops

Na de eerste vragenronde hebben we met behulp van de vragen ‘wat gaat goed’ en ‘wat kan beter’ inzicht gekregen in wat zij vinden dat goed gaat op onze website en wat nog verbeterd kan worden. Hier kwam bijvoorbeeld naar voren dat ze behoefte hebben aan informatie die up-to-date is, specifiek voor hen bedoeld is en kort en overzichtelijk is

Agentschap Telecom organiseerde feedbackbijeenkomstNa de lunch zijn we verder gegaan met het groeperen van onderwerpen die voor radiozendamateurs van belang zijn. We hebben ook gevraagd welke onderwerpen juist niet belangrijk voor ze zijn en welke onderwerpen ze niet op de website van het agentschap verwachten. Deze opdracht deden ze door middel van het rangschikken van kaarten met de onderwerpen (zie foto).

Preview nieuwe website

Als laatste hebben we een preview laten zien hoe de nieuwe lay-out van de website eruit kan gaan zien. Hier was de groep erg enthousiast over. Ze waren vooral enthousiast over de moderne look en het feit dat de website straks ook goed te bekijken is op een smartphone en tablet. We gaan nu alle input doornemen en bekijken hoe we deze kunnen verwerken. Op een later moment zullen we de uitwerking hiervan weer voorleggen aan de doelgroep.

Door het succes van deze sessie gaan we binnenkort nog een sessie houden met mensen die ons kunnen helpen met het websitegedeelte over scheepvaart.

Anouk Monté (eindredacteur website)
Wendy van Barneveld (coördinator Klantcontactcentrum)
Astrid Nijdam (communicatieadviseur)

Nieuwe gedragslijn gepubliceerd door Agentschap Telecom

“Vergunningen radiozendamateurs”

Gedragslijn voor Agentschap Telecom bij de beoordeling van vergunningaanvragen voor het gebruik van radiozendamateurfrequenties.

De afgelopen 2 jaar heeft de VERON intensief met AT samengewerkt aan een nieuwe gedragslijn voor vergund frequentiegebruik door radiozendamateurs. Deze gedragslijn vervangt de beleidsnotitie uit 2013. Beter bekend onder de naam “Beleidsnotitie onbemand frequentiegebruik radiozendamateurs”.

Op 11 september 2014 is middels een dialoogsessie tussen de VERON, VRZA en Agentschap Telecom een aanvang gemaakt voor de vernieuwing van de beleidsnotitie. Hieruit zijn een aantal voorstellen gedaan, zoals langere looptijden voor complexe experimenten en meer techniek neutraal. Uitgangspunt daarbij is geweest dat de lasten voor de burger en/of de werklast van het agentschap niet toe mogen nemen.

De VERON heeft in het overleg met Agentschap Telecom gestreden voor de belangen van haar leden met als resultaat de nieuwe ‘Gedragslijn vergunningen radiozendamateurs’.

De meest opvallende zaken zijn;

  • Vergunningen worden zo veel mogelijk techniekneutraal verleend
  • Efficiëntere verdeling van beschikbare frequentieruimte
  • Meer ruimte voor digital voice op 70cm
  • Meerder repeaters mogelijk binnen een regio op beschikbaarheid van frequentieruimte
  • Vergunning mogelijk voor hogere zendvermogens (+6dB)

Het volledige document is beschikbaar op de website van het Agentschap:  Vergunnigen radiozendamateurs

Vergunningen die voor 1 april 2017 zijn uitgegeven worden naar aanleiding van de inwerkingtreding van deze gedragslijn niet gewijzigd.

Herijking N-amateurs

Plan van aanpak voor herijking N-registratie

Herijking N-amateursAgentschap Telecom heeft tijdens het 94e amateuroverleg een informeel verzoek gedaan aan de verenigingen VERON en VRZA om met een plan voor de herijking van de N-registratie te komen. Op 9 maart jl. dit verzoek door Agentschap Telecom geformaliseerd in een brief aan de verenigingen.

Lees meer

Herijking N-amateurs

Vooraankondiging herijking mogelijkheden N-amateurs

Herijking N-amateursZondagavond publiceerde Hamnieuws.nl een bericht over de Novice-herijking. De inhoud ging jammer genoeg over de reactie van onze algemeen voorzitter en het uitblijven van een reactie over deze herijking. Daarom een reactie van de voorzitter van de PR-Commissie, PA9X.

Allereerst de leden informeren

Lees meer

Over radioamateurs gaan soms de meest rare verhalen rond

Interview met Remy Denker, voorzitter van radioamateurvereniging VERON in “Verbinding” van december 2016:

 

“Over radioamateurs gaan soms de meest rare verhalen rond”

 

Met 6.500 leden is de Vereniging voor experimenteel radio-onderzoek in Nederland (VERON) het grootste platform voor radiozendamateurs. Sinds 2008 is Remy Denker – roepletters PA3AGF – algemeen voorzitter van de vereniging. Mede dankzij zijn inspanningen is de samenwerking tussen radioamateurs verbeterd, wat tot constructiever overleg met de overheid heeft geleid. De maatschappelijke vooroordelen jegens radioamateurs zijn daarmee echter nog niet uitgebannen.

Remy Denker: Over radioamateurs gaan soms de meest rare verhalen rond

Hoe ben je ooit in aanraking gekomen met radiocommunicatie, en daar uiteindelijk in ‘doorgegroeid’ tot voorzitter van de VERON?

“Mijn vader werkte in de jaren ’50 bij Philips, waar hij zendbuizen ontwikkelde. Hierdoor werd ik al op jonge leeftijd gegrepen door de mysterieuze aantrekkingskracht van het uitzenden en ontvangen van signalen. Toen ik op latere leeftijd het een en ander over radioverbindingen hoorde, besloot ik me daar op toe te leggen. In 1972 werd ik lid van de VERON waardoor ik contact kreeg met gelijkgestemden. In 1978 legde ik het morse-examen af en kreeg mijn roepletters PA3AGF. Zo kon ik, al ver voordat internet wijdverspreid was, met mensen uit alle windstreken communiceren via radiocommunicatie. Binnen de VERON trad ik in 1999 toe tot het bestuur van de afdeling Twente, waarvan ik in 2002 afdelingsvoorzitter werd. Kort daarna werd ik lid van het hoofdbestuur van de landelijke vereniging, en in 2008 werd ik voorgedragen als algemeen voorzitter. Zolang ik daar enthousiast over blijf wil ik die functie graag blijven bekleden. Het is leuk om te helpen bij het richting geven aan de vereniging, mee te denken over techniek en beleid, en contact te onderhouden met de leden en de afdelingen. Ik vind het prachtig dat ik op deze manier mijn passie voor radiotechniek kan uitdragen. En doordat ik sinds anderhalf jaar met pensioen ben kan ik er ook meer tijd in steken.”

Naast de VERON kent Nederland nog een vereniging voor zendamateurs: de VRZA (zie kader). Hoe is de verhouding tussen de twee verenigingen?

“Vóór de tweede wereldoorlog waren er zelfs drie verenigingen, die met elkaar concurreerden. Daar wilde men vanaf, daarom werd in 1945 de VERON opgericht om één platform voor de radioamateur te hebben. Begin jaren ’50 leidde een verschil van mening over te publiceren onderwerpen tot een afsplitsing. Een tijd lang waren de VRZA en VERON zeer concurrerend, maar inmiddels is de onderlinge sfeer sterk verbeterd en is die animositeit verdwenen. Een fusie van de verenigingen zit er echter niet in; de VRZA-leden willen graag vasthouden aan een eigen identiteit. Er is ook wel enig verschil tussen de verenigingen; de VERON is iets meer gericht op techniek en onderzoek, terwijl de VRZA wat meer focust op praktische kennis. De afdelingen en besturen van beide verenigingen werken echter prima samen, en we trekken tegenwoordig ook samen op in het amateuroverleg met Agentschap Telecom.”

Wat bedoel je met ‘tegenwoordig’? Was dat vroeger anders?

“Dat amateuroverleg vindt twee keer per jaar plaats tussen de verenigingen en het agentschap als overheidsorgaan. Voorheen opereerden de VERON en VRZA daarbij onafhankelijk van elkaar; beide verenigingen hadden hun eigen voorbereiding op dit overleg. Het gevolg was dat we tegen elkaar konden worden uitgespeeld. Als zendamateurs trokken we niet één lijn en vormden we geen krachtige partij tegenover de overheid. Dat is nu anders, doordat we als twee verenigingen met één agenda naar dit overleg gaan en het ook samen voorbereiden. Uiteindelijk willen wij meestal iets dat het agentschap moet uitvoeren, en dat lukt beter als we eensgezinde daadkracht tonen.”

Hoe zijn de verhoudingen met Agentschap Telecom?

“Op dit moment prima, maar ook dat was de afgelopen jaren anders. Agentschap Telecom heeft veel interne verschuivingen gehad en er zijn personeelsproblemen geweest. Daardoor zijn sommige acties blijven liggen, zoals de regeling voor het gebruik van de 40-meter band door novice-gelicenseerde zendamateurs. In oktober hebben VERON en VRZA samen een brandbrief naar de hoofddirecteur van het agentschap gestuurd en aangegeven dat het amateuroverleg in feite stil lag doordat het agentschap zijn afspraken niet nakwam. Dat lijkt te hebben geholpen; er zijn nieuwe afspraken over betere onderlinge communicatie gemaakt en de overheid heeft 1,2 FTE vrijgemaakt voor radioamateurzaken. Inmiddels wordt er weer constructief overlegd.”

Wat is het belang van dat overleg voor jullie?

“Door dat overleg zijn we tijdig op de hoogte van beleidswijzigingen, en kunnen we proberen invloed uit te oefenen op keuzes van de overheid. Een belangrijk voorbeeld is natuurlijk bandbreedte. Met de bandbreedte die we nu als amateurs hebben, kunnen we redelijk uit de voeten. Tegelijkertijd weet iedereen dat er veel extra behoefte aan bandbreedte uit andere sectoren is. Zo wordt steeds vaker naar de hogere SHF-banden gekeken, bijvoorbeeld om bandbreedte te realiseren voor radarsystemen in auto’s. Als die wordt toegewezen, gaat dat ten koste van de capaciteit voor amateurs. Het is een discussiepunt dat steeds terugkomt op de agenda van het amateuroverleg. Uiteindelijk is het de overheid – dus Agentschap Telecom – die beslist over de toewijzing van spectrum, maar wij hebben door dat overleg wel de mogelijkheid om onze visie te geven en het belang van de amateur te behartigen.”

Het beeld bestaat dat radiozendamateurs wereldvreemde mannen die op zolderkamers bezig zijn met radiopiraterij. Is dat het enige vooroordeel over zendamateurs?

“We horen wel meer onzinverhalen. Mensen beginnen vaak over 27mc en ‘breaky-breaky’ of menen dat de antennes van zendamateurs tot gezondheidsklachten leiden. Je hoort de meest rare dingen en er wordt bij storingen ook snel naar ons gewezen. Ik kreeg laatst zelfs mijn buurman op bezoek omdat zijn tv werd gestoord. Hij dacht dat ik dat veroorzaakte, terwijl ik helemaal niet bezig was met uitzenden. Een enkele keer stoor ik inderdaad, als ik nieuwe apparatuur of een andere opstelling uitprobeer, maar dat is altijd kortstondig en ik overleg vooraf met de buren om dit af te stemmen. Veruit de meeste zendamateurs werken op die manier en hebben een goede verstandhouding met de buren. Vergeet ook niet dat je niet zomaar de ether in kunt. Je moet eerst een examen afleggen waarbij wordt getoetst of je voldoende kennis van de techniek en wetgeving hebt. Pas dan krijg je van de overheid een certificaat en eigen roepletters waarna je mag zenden. Met dit examensysteem, waarvan het niveau internationaal is geborgd, wordt het risico op storing door ondeskundig handelen tot een minimum beperkt.”

Veel mensen begrijpen ook niet waarom je met radiocommunicatie bezig bent; je kunt immers ook je mobiele telefoon gebruiken om te communiceren.

“Dat geeft wel aan dat men geen goed beeld heeft van wat een radioamateur doet. Het mooie aan radiocommunicatie zoals wij het gebruiken, is de onvoorspelbaarheid. Om een voorbeeld te geven: ongeveer dertien jaar geleden kreeg ik ineens radiocontact met een Griekse amateur. Ik had via de ether een mooi gesprek over radiotechnieken. Kort daarna ging ik met mijn gezin op vakantie in de buurt van zijn woonplaats; we werden bij hem thuis uitgenodigd en hebben er een bijzonder gezellige avond gehad. Ik heb daarna nooit meer contact met hem gehad, maar het zou best kunnen zijn dat ik hem volgende week, na dertien jaar, ineens weer toevallig in de ether tref. Het zijn ervaringen die zich in een hele andere dimensie afspelen dan de manier waarop mensen dagelijks met hun mobieltje communiceren.”

Radiozendamateurs

Nederland telt naar schatting 13.000 radiozendamateurs. Daarvan zijn er ongeveer 6.500 lid van de VERON, en nog eens ruim 1.000 lid van de VRZA (Vereniging voor RadioZendAmateurs). Een aantal daarvan zijn zogenaamde ‘dubbelleden’.

 

Morse

Bij Remy Denker speelt het gebruik van morsecode een grote rol, een communicatiecode die allang achterhaalt lijkt maar door een grote groep amateurs in ere wordt gehouden. In 2015 is morse door het Kenniscentrum voor immaterieel erfgoed zelfs officieel erkend als ‘traditie’, waarbij de VERON als Nederlandse belangenbehartiger wordt beschouwd. Inmiddels wordt geprobeerd om via UNESCO een internationale erkenning voor morse als erfgoed te krijgen.